1 Chirurgie

1.1 Terugval chirurgische interventies

De volgende grafiek geeft de terugval weer voor een bundel van 3 soorten chirurgische activiteiten: essentiële, niet-essentiële en gemengd essentiële verstrekkingen. Er wordt nagegaan hoeveel activiteit overeind blijft ten aanzien van de hypothetische situatie waarin er geen COVID-19-crisis zou zijn geweest. Het gaat hier om een schatting voor een doorsnee verstrekking uit de verschillende groepen (essentieel, niet-essentieel en gemengd) en voor een doorsnee ziekenhuis. De gekleurde zones geven de betrouwbaarheidsgrenzen weer.

(Voor een bespreking van de gebruikte methode, zie de bijlage van het eerste rapport in verband met COVID-19.)

1.1.1 Bespreking

In 2020 is de terugval inzake chirurgische verstrekkingen in de eerste twee COVID-19 golven zeer opvallend. Het percentage reguliere zorg dat nog behouden bleef was erg beperkt.

  • Tijdens golf 1 (april 2020) bleef slechts 5,7% van de niet-essentiële chirurgische verstrekkingen behouden ten opzichte van hun normale activiteitsniveau. Anders gesteld zagen we een daling ten opzichte van de voorgaande jaren met 94,3%! Dit was conform met de uitdrukkelijke vraag van het Hospital and Trasport Surge Capacity (HTSC) comité om niet-essentiële zorgactiviteiten tijdelijk te staken. Dit om 2 redenen: het vrijmaken van capaciteit voor COVID-19 patiënten en het verminderen van het verbruik van persoonlijk beschermingsmateriaal. Er was ook een erg grote terugval van de essentiële en gemengde chirurgische verstrekkingen die terugvielen tot een behoud aan activiteit van respectievelijk 56,8% en 29,9% ten opzichte van pre-COVID.
  • Tussen de twee golven is er in juli en september een beperkte inhaalbeweging van maximaal 5-8%, vooral bij de niet-essentiële chirurgische verstrekkingen.
  • Tijdens golf 2 (november 2020) vielen de niet-essentiële chirurgische verstrekkingen terug tot 32,8% van hun normale activiteitsniveau. Ook dit was conform met de instructies van het HTSC om voorrang te geven aan COVID-19 patiënten en bedden hiervoor te voorzien. De essentiële en gemengde chirurgische verstrekkingen vielen terug tot een behoud aan activiteit van respectievelijk 76,8% en 55% ten opzichte van pre-COVID.

Voor 2021 is het beeld veel minder uitgesproken, met in 7 van de 12 maanden een relatief beperkte terugval in verstrekkingen. De tussentijdse inhaalbewegingen zijn meer uitgesproken.

  • Tijdens golf 3 (april/mei 21) vielen de verstrekkingen terug tot (maximaal) 87,5 % van pre-COVID (in mei voor de gemengde verstrekkingen). Tijdens de derde golf is de terugval in niet-essentiële chirurgische verstrekkingen voor het eerst vergelijkbaar of minder uitgesproken dan voor de essentiële en gemengde.
  • Tijdens golf 4 (november/december 21) is de terugval het grootst bij de gemengde chirurgische verstrekkingen; ze vielen terug tot 89,7% van het normaal verwachte niveau. Dus een daling met 10,3%.
  • In de maanden februari, maart, juni en september 2021 zijn er vrij forse inhaalbewegingen van vooral niet-essentiële chirurgische verstrekkingen tot 10 à 14,5 % boven de ramingen op basis van de activiteiten in pre-COVID-19 tijden (zwarte 100% lijn). Dit is echter niet wat we verwachten op basis van een medische prioritering. In december 2021 zien we wel dat de essentiële chirurgische verstrekkingen de grootste inhaalbeweging maken met 12%.

Voor 2022 is de impact van golf 5 terug groter dan in golf 3 en 4 en is de inhaalbeweging tussen golf 5 en 6 beperkter dan de vorige.

  • Tijdens golf 5 (januari/februari 2022) vielen de gemengde verstrekkingen het meest terug. Ze behielden nog 82,8% van hun verwachte activiteitsniveau. De essentiële vielen terug tot 88,8% en de niet-essentiële tot 87,3%.
  • Tussen golf 5 en 6 zien we een beperktere inhaalbeweging dan tussen 4 en 5, waarbij de niet-essentiële verstrekkingen de hoogste inhaal vertonen: 7,6% meer verstrekkingen dan verwacht op basis van onze projectie.
  • Tijdens golf 6 is de terugval terug vergelijkbaar met de golven 3 en 4. De terugval was het meest uitgesproken voor de gemengde verstrekkingen, waarvan 90% kon behouden worden.

1.2 Raming niet uitgevoerde ‘chirurgie’

1.2.1 Overzicht

De terugval van zorg tijdens de COVID-19-crisis kan aanleiding geven tot een belangrijke medische achterstand. Op vraag van het HTSC comité werd getracht een inschatting te maken van de opgebouwde ‘zorgachterstanden’. Met ‘zorgachterstand’ wordt het aantal medische verstrekkingen bedoeld dat niet werd uitgevoerd ten opzichte van de jaren voor de COVID-19 crisis, zijnde 2018 en 2019. Niet alle weggevallen verstrekkingen moeten ingehaald worden; zo zal een daling in beroertes, hartinfarcten, breuken,… bijvoorbeeld niet ingehaald moeten worden, net zo min als een deel van de verstrekkingen die we te vaak doen in België (‘overconsumptie’). Tot slot is er ook een oversterfte door COVID-19 waardoor zorg wegvalt. Anderzijds zijn er ook nieuwe zorgbehoeften zoals de behandeling van patiënten met ‘long-COVID’(Chen e.a. 2022), langer durende zorg ten gevolge het werken met isolatieprocedures en mogelijks extra complicaties door langere wachttijden voor bijv. transplantaties. Om artsen en beleidsmakers inzage te geven in welke mate een inhaalbeweging nodig is, worden de ’achterstandscurves’ in dit rapport tot op het niveau van elke geanalyseerde verstrekking weergegeven.

Er is voor verschillende subartikels uit artikel 14 (chirurgische verstrekkingen) geraamd1 hoeveel deze achterstand bedraagt. Deze wordt uitgedrukt als een percentage van het aantal uitgevoerde verstrekkingen die men op jaarbasis kan verwachten en in de veronderstelling dat er geen COVID-19 crisis zou geweest zijn. De onzekerheidsmarge van de raming wordt weergegeven door het gekleurde gebied rond de trendlijn.

De top 10 inzake aangerekende verstrekkingen (gehospitaliseerd en ambulant) per subartikel is geselecteerd. Indien het verstrekkingen betrof die gezamenlijk met andere verstrekkingen kunnen aangerekend worden, zijn deze niet in aanmerking genomen en is de eerstvolgende (top 11) genomen. Dit is gebeurd om dubbeltellingen te mijden, doch dit kan wel een lichte onderschatting geven.

1.2.2 Bespreking

Voor de meeste disciplines lag het gecumuleerde aantal niet uitgevoerde zorgverstrekkingen in mei 2022 tussen de 12 en de 24% van hun normale ’jaarproductie’. Dit aantal bleef op een hoog niveau en vertoonde weinig tot geen kentering. Het was het meest opvallend voor de bloedvatenheelkunde (37%) en de neus,-keel-, oorheelkunde (ORL 50%). Men zag een vrij gelijkaardig beeld in de Nederlandse monitor toegankelijkheid van zorg van februari 20222. Het laagste aantal niet uitgevoerde verstrekkingen vertoonde de thoracale heelkunde met 10%, wat wel 2%punt meer is dan het vorige rapport.

1.2.3 Details per verstrekking

De volgende grafieken geven het gecumuleerd percentage aan niet uitgevoerde zorgverstrekkingen weer ten opzichte van onze projecties en dit op jaarbasis. Dit sinds de start van de pandemie in België (vanaf maart 2020) en voor de top 10 verstrekkingen, van de sub-artikels uit artikel 14 van de nomenclatuur. De percentages werden afgerond tot op gehele cijfers, het betreft immers ramingen. Naast de titel van elk subartikel is ook het totaal aantal uitgevoerde verstrekkingen in 2019 vermeld (bv.: 10k = 10.000 verstrekkingen). Rechts staat de kans dat een patiënt na de ingreep op een ICU bed terecht komt op basis van historische data (dieprood = 100%).

Hierna wordt aangegeven welke punten onze aandacht trokken. Om finale conclusies te trekken is het belangrijk dat de grafieken ten gronde worden besproken op de diverse fora waar experts per discipline en op basis van ’Evidence Based Medicine’ richtlijnen het beleid adviseren.

  • Neurochirurgie:
    • Algemeen: 17% minder verstrekkingen (stagnatie t.o.v. vorig rapport).
    • Meest uitgesproken achterstand betreft het plaatsen van elektrodes voor ruggenmergstimulatie (41%), doch met grote onzekerheidsmarge.
    • Globaal geen statistisch significante achterstand in de oncologische neurochirurgie die binnen de top 10 van verstrekkingen valt. Wel zien we een mogelijke achterstand van 13% voor supratentoriële intracraniële expansieve pathologie, weliswaar met brede onzekerheidsmarge.
    • Het aantal niet uitgevoerde trepanaties voor extracerebrale intracraniële hematomen is aanzienlijk (15-34%). Deze zijn zeker niet allen in te halen gezien het veelal om (hyper)acute situaties gaat.
    • Op te merken valt dat het aantal niet uitgevoerde ’lumbale laminectomies’ op 17% ligt en daarmee licht dalend (-2%punt) is. Dit is een ingreep waar het risico op overconsumptie in het verleden meermaals werd aangehaald in het kader van ‘failed back surgery’ (Van Wambeke e.a. 2017). Een goede adherentie aan de klinische richtlijnen in het kader van het KCE rapport blijft een aandachtspunt.
  • Plastische heelkunde:
    • Algemeen: 13% minder verstrekkingen (- 3%punt t.o.v. vorig rapport).
    • Sommige ingrepen vertonen een inhaaltrend vanaf begin 2021. De meest opvallende zijn de borstreconstructies (niet in kader van oncologie) en de reducerende borstplastie. Dit past mogelijks niet in een correcte medische prioriteitsstelling en dient verder opgevolgd aangezien de brede onzekerheidsmarges geen zekerheid bieden.
    • De bilaterale oorcorrecties en in mindere mate de neustussenschotcorrecties werden aanzienlijk minder uitgevoerd wat past in een correcte medische prioriteitstelling.
  • Heelkunde abdomen:
    • Algemeen: 12% minder verstrekkingen (-2%punt t.o.v. vorig rapport).
    • De grootste achterstand situeert zich bij de behandeling van buikwandhernia met een achterstand van 31% (voor primaire). Herniaheelkunde is in de meeste gevallen een electieve ingreep die kan worden uitgesteld (Stabilini e.a. 2020).
    • De hemicolectomieën o.a. in het kader van oncologie, oncontroleerbare ziekte van Crohn en colitis ulcerosa, vertonen een aanzienlijke en verder oplopende achterstand van 25%. Het is mogelijk dat een gewijzigde behandelstrategie voor darmkanker tijdens de pandemie, met een belangrijkere plaats voor neo-adjuvantia, dit deels verklaart (Mukherji en Marshall 2021).
    • De cholecystectomies stagneren op een achterstand van 12%, terwijl er veel meer cholecystectomies met cholangiografie gebeuren dan pre-COVID.
    • Sinds de derde golf vertonen verschillende ingrepen een stagnatie. Een belangrijke uitzondering vormen de ’gastric bypass” ingrepen, die een forse inhaalbeweging maken. Dit laatste is onlogisch op basis van medische prioriteitsstelling. Voor het volume van deze ingrepen presteert men zelfs 21% meer dan in pre-COVID-19 tijden, doch de onzekerheidsmarge is breed. De prioriteitsstelling dient hier best onder de loep genomen te worden. Bypass heelkunde uitgevoerd tijdens de COVID-periode gaf bovendien mogelijks een minder goed resultaat voor de patiënt, waarbij men er op wees om: ’met deze éénmalige resetknop omzichtig om te springen’ (Conceição e.a. 2021; Barranquero e.a. 2021).
  • Heelkunde thorax:
    • Algemeen: 10% minder verstrekkingen (+2%punt t.o.v. vorig rapport).
    • ’Hartoperaties met klepvervanging onder ECMO’ vertonen een aanzienlijke en nog aangroeiende achterstand van 35%. Hetzelfde stellen we vast voor bypass-ingrepen: ’myocardrevascularisaties met een slagaderent’ (37%). Er is geen duidelijke kentering merkbaar voor deze belangrijke ingrepen. Het betreft ingrepen met een hoge kans op opname op ICU. Gelukkig zien we bij de ’coronary bypass’ ingrepen wel een aanzienlijke inhaalbeweging, de achterstand hiervoor lijkt bijna weg.
    • ’Borstsparende ingrepen van bewezen kwaadaardige borstletsels’ vertonen een gemengd beeld, wat kan wijzen op verschuivingen tussen verschillende types van ingrepen. Zie verder item oncologie voor meer detail.
  • Bloedvatenheelkunde:
    • Algemeen: 37% minder verstrekkingen (stagnatie t.o.v. vorig rapport).
    • Revascularisaties vertonen een achterstand rond de 11% (ledematen) à 21% (carotis), wat beduidend meer is dan verwacht.
    • Het hoge aantal niet uitgevoerde varicesingrepen (31 à 73%) is conform de verwachtingen. Ze zijn normaliter niet prioritaire pathologie3, er zijn alternatieven4 en er zijn geografische verschillen in pre-COVID tijden (Meeus e.a. 2021c).
  • Gynaecologie:
    • Algemeen: 19% minder verstrekkingen (stagnatie t.o.v. vorig rapport).
    • Het hoogst aantal niet uitgevoerde ingrepen betreft ingrepen voor urinaire incontinentie (70%), gevolgd door de ’totale hysterectomies via vaginale weg” (50%). Deze achterstanden blijven ook toenemen. Deze ingreep is ook bekend voor mogelijke ‘overconsumptie’5 .
    • Het aantal niet uitgevoerde ’follikelaspiraties’ is terug iets gestegen tot 14%.
    • De inhaalbeweging voor ’laparoscopische hysterectomie” en ’therapeutische hysteroscopie” is mogelijks niet steeds conform prioriteits- en indicatiestelling. Men ziet voor bepaalde interventies aanzienlijke geografische variaties (Meeus e.a. 2021b; Schareck 2018). Doch gegeven het brede betrouwbaarheidsinterval dient de verdere trend bekeken te worden.
  • Oftalmologie:
    • Algemeen: 11% minder verstrekkingen (-1%punt t.o.v. vorig rapport).
    • Het hoogste aantal niet uitgevoerde ingrepen betreft het implanteren van intra-oculaire lenzen (51%). Door brede onzekerheidsmarges kunnen we echter geen uitsluitsel geven.
    • We zien ook een aanzienlijke achterstand (23%) bij de cataractingrepen (‘extracapsulaire extractie’). De wetenschappelijke literatuur (Black e.a. 2008; Javed e.a. 2015; Meeus e.a. 2021a) over cataractingrepen geeft aan dat het moeilijk is om te bepalen in welke mate ‘overconsumptie’ een rol speelt. Dit omdat de impact op de levenskwaliteit niet standaard wordt gemeten. Toch wijzen meerdere artikels op een mogelijk ‘overconsumptie’ van 30% of meer.
  • Otorhinolaryngologie:
    • Algemeen: 50% minder verstrekkingen (+1%punt t.o.v. vorig rapport).
    • We zien vooral zeer forse aantallen niet uitgevoerde ingrepen bij ’amygdalectomie door dissectie’ (61%) en ’transtympanale drainage’ (67%). Dit is conform de verwachtingen aangezien dit ingrepen zijn waarbij ‘overconsumptie’ werd beschreven en die dus best niet allen worden ingehaald (Devriese e.a. 2005 ; Venekamp e.a. 2018).
    • Enkele ingrepen (zoals neusschelpresectie, neustussenschotcorrectie) vertoonden een lichte inhaaltrend in 2021. Dit laatste past niet bij de verwachtingen op basis van medische prioriteitsstelling. We zien de achterstanden vanaf de 4e golf wel terug iets oplopen.
  • Urologie:
    • Algemeen: 12% minder verstrekkingen (-2%punt t.o.v. vorig rapport).
    • De grootste achterstand betreft het ’vervangen van suprapubische katheters”: 28%.
    • Het aantal niet uitgevoerde sterilisaties (onderbinden ductus deferens) daalde recent naar 25%, doch met brede onzekerheidsmarges.
    • De oncologische ingrepen in deze top 10 vertonen, globaal genomen, weinig of geen achterstand. Er lijken meer totale prostatectomies en minder endoscopische resecties uitgevoerd te zijn.
    • De inhaalbeweging wat betreft ’besnijdenissen” is niet wat men verwacht op basis van medische prioriteitsstelling.
  • Orthopedie:
    • Algemeen: 24% minder verstrekkingen (stagnatie t.o.v. vorig rapport).
    • De ’meniscectomie” vertoont het hoogste aantal niet uitgevoerde verstrekkingen (59%). Dit is conform de verwachtingen aangezien in het verleden hier een belangrijke mate van ’overconsumptie” werd vastgesteld. Het merendeel van deze ingrepen werd uitgevoerd bij oudere patiënten (Meeus e.a. 2021d), wat niet strookte met de wetenschappelijke richtlijnen ter zake (Siemieniuk e.a. 2018). Het RIZIV (DGEC) sensibiliseerde in 2019 hiervoor.
    • De meeste andere verstrekkingen vertonen een (hoge) plateaufase.
    • De heupprothesen vertonen een lichte inhaaltrend.
  • Transplantaties:
    • Algemeen: 19% minder verstrekkingen (-5%punt t.o.v. vorig rapport).
    • Voor hart- en hart-long transplantaties is de geraamde achterstand 34%.
    • Er is een (beperkte) inhaal sinds 2021 voor niertransplantaties (24%).
    • Voor levertransplantaties wordt de achterstand geraamd op 7%.
    • Door de kleine aantallen bij transplantheelkunde, met o.a. daardoor hoge onzekerheidsmarges, is het moeilijk hierover verregaande uitspraken te doen. Dit is toch een belangrijk aandachtspunt gegeven de bepalende aard van deze ingrepen op levenskwaliteit en levensduur van deze patiënten. Ook internationaal zijn aanzienlijke achterstanden en verbeterpunten inzake de pandemie-respons beschreven voor golf 1 en 2, waarin ook België is opgenomen en de impact wordt geduid (Aubert e.a. 2021). Deze data lagen in lijn met onze bevindingen.
Klik hier voor een beschrijving van de methode.

Per maand en per (groep van) verstrekking(en) wordt cumulatief het verschil opgeteld van hoeveel verstrekkingen er zijn uitgevoerd en hoeveel men er zou verwachtingen op basis van de referentiejaren 2018 en 2019. Formeel kan deze berekening als volgt worden gemaakt: \[\% achterstand\ at\ t_m = 1-\frac{\sum_{m-11}^mObs}{\sum_{m-11}^mExp}\] \(\sum_{m-11}^mObs\) is het cumulatief aantal geobserveerde verstrekking gedurende één jaar tot en met maand \(m\). De curves worden gestart bij m = maart 2020. \(\sum_{m-11}^mExp\) is het equivalent aantal verwachte verstrekkingen op jaarbasis, gesteld dat er geen Covid-crisis zou zijn geweest. Deze breuk geeft dus het procentueel deel weer van de verstrekkingen die zijn uitgevoerd, het complement hiervan drukt het procentuele aandeel van de verstrekking op jaarbasis uit die niet zijn uitgevoerd (= achterstand).

De volle lijn in de grafieken drukt deze geschatte achterstand uit en is vergezeld van een onzekerheidsinterval. Dit interval is afhankelijk van een drietal bronnen van onzekerheid:

  • Louter statistische toevalsfluctuatie (sampling error). Deze wordt berekent door middel van parametric bootstrapping. Deze methode wordt gekenmerkt door het herhaaldelijk (bv 250 maal) steekproeven trekken uit een distributie waarvan de parameters geschat zijn op basis van de geobserveerde gegevens. Hiervoor is de aanname noodzakelijk dat de gegevens een welbepaalde distributie volgen, in dit concrete geval wordt een negatief binomiale distributie verondersteld.
  • Imputatie van recente maanden, waarvoor voor sommige ziekenhuizen nog geen data beschikbaar zijn. Voor deze gegevens wordt dan herhaaldelijk een waarde geïmputeerd, conditioneel op de voorgaande maanden van hetzelfde ziekenhuis en relatief aan de stijging of daling van het aantal verstrekkingen dat voor andere ziekenhuizen diezelfde wordt vastgesteld waarvoor reeds gegevens beschikbaar zijn. Dit missing-data mechanisme wordt missing at random genoemd.
  • Ten laatste is onzekerheid ten gevolge van langetermijnevoluties in de schattingen meegenomen. Voor een aantal verstrekkingen zijn er verschillen in aantallen vast te stellen doorheen de tijd (2018-2019). Het is echter onzeker of deze trends zich in 2020 zou hebben doorgezet. Om die reden zijn scenario’s met én zonder deze langetermijnevoluties berekend. De confidence bands worden groter naargelang de schattingen gevoeliger worden voor deze langetermijnevolutie én wanneer de schattingen in de tijd verder verwijderd zijn van de referentiejaren (2018 en 2019).

Hieronder zijn de detailgegevens per verstrekking weergegeven (klik op blauwe titel voor detailgrafieken per art. 14 subcategorie). Curves die groen kleuren, hebben een zeer kleine of onbestaande impact op de IC-afdeling. Naarmate de kleur van de curve meer naar rood opschuift, heeft een patiënt die met deze verstrekking is behandeld een hogere kans om op de IC-afdeling te belanden.

Onder de grafiek staan de details van de gebruikte nomenclatuurcodes.

Art 14b: Neurochirurgie

DECOMPRESS.TREP. 230355-230366 Trepanatie, decompressieve, of voor draineren
EX.EXP.LETSEL/MEDULL 232750-232761 Exerese van expansief letsel dat de medullaire scheden overwoekert, onder operatiemicroscoop
GR.TREP.EXTRACERBR.H 230414-230425 Volledige heelkundige behandeling van een of meer extracerebrale intracraniële hematomen langs groot trepanatieluik
INTR.FASC.NEUROLYSE 230252-230263 Intrafasciculaire neurolyse onder operatiemicroscoop, behalve voor het vrijmaken van handwortelkanaal
INW.DRAIN.HYDROMYELI 230591-230602 Ingreep voor inwendig draineren van hydrocefalie, van hydromyelie of van syringomyelie
LAMINARECTOMIE/NARRO 232794-232805 Lumbale laminarthrectomie van meer dan twee niveaus wegens compressie van cauda equina ten gevolge van congenitale vernauwing ( Syndroom van Verbiest ) of verworven vernauwing van het ruggemergkanaal
OP.EXPANS.BRUGHOEKLE 231033-231044 Heelkundige bewerking voor expansieve brughoekletsels of infratentoriele intracraniële expansieve processus
PL.EL.RUGGENMERGSTIM 232492-232503 Percutaan of heelkundig (her) plaatsen van één of twee meerpolige electrode(n) in de epidurale ruimte voor ruggenmergstimulatie
SUPRATENT.TU.INTRACR 230473-230484 Heelkundige bewerking langs trepanatieluik wegens supratentoriële intracraniële expansieve processus
TREP.INTRACR.HEMATOM 230392-230403 Volledige heelkundige behandeling van een of meer extracerebrale intracraniële hematomen door eenvoudige trepanatie (breder gemaakt met holle beitel of trepaankroon), ongeacht het aantal trepaangaten

Art 14c: Plastische_heelkunde

BIL.OORCORR. 253573-253584 Correctie heelkunde op het oor (twee oren)
HUID.F-C.FLAP.HF 250176-250180 Huid- of fascio-cutane flap, hoofdbewerking
REC.CH:BORSTIMP/EXPA 252593-252604 Borstreconstructie door implantatie van een borstimplantaat of een borstweefselexpander
RED.BORSPL.HYPERTROF 251613-251624 Reducerende borstplastie wegens borsthypertrofie die functionele hinder veroorzaakt
SPERICH+SPER.COR.NT 253256-253260 Subperichondrale en subperiostale correctie van het neustussenschot
SPIERHUIDLAP 251893-251904 Spierhuidlap
SPIERLAP HFDB 251856-251860 Spierlap, hoofdbewerking
VERW.GEZW.PLAST/GREF 251731-251742 Verwijderen van een gezwel van de huid of de slijmvliezen of ander letsel rechtstreeks toegankelijk door excisie met plastie en/of greffe
VERW.KW.GEZW+WOND 251775-251786 Verwijderen van een kwaadaardig gezwel van de huid of de slijmvliezen volgens een micrografische heelkundige techniek met peroperatieve pathologische anatomie, en met sluiten van de wonden, een eventuele ent en/of plastie inbegrepen

Art 14d: Heelkunde_Abdomen

APPENDICECTOMIE 243154-243165 Appendectomie in de koude of in het acute stadium met of zonder perforatie
CHOLECYSTECT. 242454-242465 Cholecystectomie
CHOLECYSTECT+CHOLANG 242476-242480 Cholecystectomie met peroperatoire cholangiografie
HEMICOLECT. 243051-243062 Hemicolectomie rechts of links of segmentaire colonresectie of sigmoïdresectie of partïele rectumresectie met herstel van de continuïteit
HEMORR.RAD.TH. 244554-244565 Radicale behandeling van hemorrhoïden, die resectie, onderbinden van de pediculi en neerhalen van het slijmvlies omvat, ongeacht de aangewende techniek
HLK.BEH.INC.BUIKWHER 241931-241942 Heelkundige behandeling van een incisionele buikwandhernia (inclusief recidief na behandeling van een primaire buikwandhernia en parastomale hernias)
HLK.BEH.PRIM.BUIKWHE 241916-241920 Heelkundige behandeling van een primaire buikwandhernia (inclusief navelbreuk, epigastrische hernia, Spigheliaanse hernia of lumbale hernia)
HLK.BH.BILAT.HERNIA 241894-241905 Heelkundige behandeling van een bilaterale inguinale, femorale of obturatorhernia
HLK.BH.EENZ.HERNIA 241872-241883 Heelkundige behandeling van een eenzijdige inguinale, femorale of obturatorhernia
SCOPINARO GASTR.BYP 241835-241846 Reducerende gastroplastie met bileopancreatische of gastro-jejunale diversie (Scopinaro, gastric bypass, duodenal switch) (ter behandeling van obesitas)

Art 14e: Heelkunde_Thorax

BRES+RESSCHWLKL~OND 227791-227802 Borstsparende volledige resectie van een bewezen kwaadaardig borstletsel met macroscopisch voldoende veiligheidsmarge, en resectie van schildwachtlymfeklier, met peroperatoir anatomo-pathologisch onderzoek van de schildwachtlymfeklier
BSPA.RES+RES.SCHWLKL 227776-227780 Borstsparende volledige resectie van een bewezen kwaadaardig borstletsel met macroscopisch voldoende veiligheidsmarge, en resectie van schildwachtlymfeklier
CORON.BYPASS 229574-229585 Myocardrevascularisatie door anastomose met behulp van de arteria mammaria interna, met aanwending van de twee arteriae mammariae internae of implantatie van de arteria mammaria interna in de vorm van sequentiële overbruggingen
CORON.BYPASS 229574-229585 Myocardrevascularisatie door anastomose met behulp van de arteria mammaria interna, met aanwending van de twee arteriae mammariae internae of implantatie van de arteria mammaria interna in de vorm van sequentiële overbruggingen
EXPL.TH.TOMIE+BIOP 227452-227463 Exploratieve thoracotomie of thoracoscopie, inclusief long- of lymfknoopbiopsie
KUNSTKLEP+EXTRCORP 229515-229526 Operatie op het hart of op de grote intrathoracale bloedvaten die het plaatsen omvat van meer dan een kunstklep of van een valvulair homogreffe of van één kunstklep en een myocard-revascularisatie, met extra-corporele circulatie
LONGEXERESE 227216-227220 Uitgebreide totale of gedeeltelijke longexerese met klierevidement voor oncologische aandoening
MASTECT~OKS.UITR 227695-227706 Verwijderen van de volledige borstklier (mastectomie) voor kwaadaardige tumor met okseluitruiming
MYOCARDREVA SCULAR 229611-229622 Myocardrevascularisatie uitgevoerd met een slagaderent (mammaria, gastroepiploica of geëxplanteerde slagader) inbegrepen de eventuele geassocieerde veneuze bypass(en)
OP.HART+EX.CORP.CIRC 229596-229600 Operatie op het hart of op de grote intrathoracale bloedvaten die de plastiek of het plaatsen van een kunstklep omvat, met extracorporele circulatie
PLEUROTOMIE 227496-227500 Pleurotomie (één of meer drains)

Art 14f: Bloedvatenheelkunde

AV FISTELER 235174-235185 Aanleggen van een rechtstreekse arterioveneuze fistel of van een onrechtstreekse arterioveneuze fistel (shunt type Scribner) met het oog op hemodialyse
BIL.RES.STAMVARICE 238276-238280 Volledige bilaterale resectie van een stamvaricositas van de vena saphena interna en/of externa
EMBOLECT.A.LEDEM/HAL 235130-235141 Embolectomie of thrombectomie langs de slagaders van de ledematen of van de hals (catheter van Fogarty niet begrepen in het honorarium)
ONDERB.+3VARICES 238114-238125 Onderbinden, fulguratie (vein eraser) of trapsgewijze resecties van meer dan drie variqueuze aders
RESCT.BOOG+1V.SAPH. 238210-238221 Resectie van de boog van de vena saphena interna en totale exeresis van beide venae saphenae
RESCT.BOOG+ONDERB.VA 238195-238206 Resectie van de boog van de vena saphena interna, plus onderbinden, fulguratie (vein eraser) of trapsgewijze resecties van de variqueuze aders
RESCTIE+EXE 1SAPH 238173-238184 Resectie van de boog van de vena saphena interna en totale exeresis van één van beide venae saphenae
REVASC.A.CAROT/VERTE 235071-235082 Revascularisatie van de arteria carotis of vertebralis door endarteriëctomie, endoaneurysmorrhafie, pontage of resectie met enten of anastomose
REVASC.LEDEM. 235093-235104 Revascularisatie van een slagader van de ledematen door endarteriëctomie, endoaneurysmorrhafie, pontage of resectie met enten of anastomose
TOT.AFBIND.V.PERFOR 238291-238302 Totaal subfasciaal afbinden van de venae perforantes van het onderste lidmaat

Art 14g: Gynaecologie

1/2Z.SAL/OVA/ADN.ECT 432633-432644 Eenzijdige of tweezijdige salpingectomie of ovariëctomie of adnexectomie met pathologisch-anatomische bevestiging
CONISATIE CERVIX 432294-432305 Conisatie van de baarmoederhals met anatomopathologische bevestiging
FOLLIKELASPIRATIE 432434-432445 Follikelaspiratie door punctie onder echografische controle of door laparoscopie
HK.BEH.URIN.INCONT 432751-432762 Heelkundige behandeling van urine-incontinentie door het transvaginaal aanbrengen van een suburethrale band in synthetisch materiaal, inclusief eventuele cystoscopie
KYSTECT+/~EIST.PLAS 432596-432600 Kystectomie van de eierstokken met of zonder eierstokplastiek met pathologisch-anatomische bevestiging
LAPAROSC.HYSTERECT 432736-432740 Totale hysterectomie langs laparoscopische weg, met anatomopathologische bevestiging
RESECT.ENDOMETRIUM 432456-432460 Volledige resectie van het endometrium, inclusief de hysteroscopie en de curettage
THER.HYSTEROSC.@ 432412-432423 Therapeutische hysteroscopie voor exeresis van een poliep of voor myomectomie of voor resectie van intra-uteriene synechieën of voor catheterisatie van de tubaire opening
TOT.HYSTERECT./VAG 431314-431325 Totale hysterectomie, langs vaginale weg, inclusief de colporrafie vooraan en/of de eventuele colpoperineorrafie achteraan
TOT.HYSTERECTOM/ABD 431270-431281 Totale hysterectomie, langs abdominale weg

Art 14h: Oftalmologie

CHIR.ENTROPION. 245851-245862 Entropium of ectropium : (heelkundige behandeling)
DERMATOCHAL.B.LID 245733-245744 Plastie voor dermatochalasis van het bovenste ooglid, per ooglid
DERMATOCHAL.B.LID 245733-245744 Plastie voor dermatochalasis van het bovenste ooglid, per ooglid
EXTRACAPSUL.EXTRACT 246912-246923 Extracapsulaire extractie van de ooglens door ultrasonore fragmentering, laser of andere vergelijkbare methode, inclusief het eventuele inplanten van een lens
INTAVITREALE.INJ 248334-248345 Intavitreale injectie uitgevoerd in strict aseptische omstandigheden
OOGLENSIMPL. 246610-246621 Inplanten of opnieuw inplanten van een intra-oculaire lens in een andere operatietijd van de extractie van de ooglens
OP.GLAUCOOM 246573-246584 Heelkundige bewerking wegens glaucoom
PTOSISOP. 245814-245825 Behandeling van ptosis, of behandeling van retractie van het ooglid, of herstel van het ooglid na een facialisparalyse, per ooglid
RES.1/+OOGSPIEREN 247575-247586 Ingreep wegens strabisme of nystagmus door recessie of resectie van één of meerdere oogspieren (per oog)
TRAANWSTOMIE/NEUS 245055-245066 Dacryocystorhinostomie of lacodacryostomie
VITRECTOM. 246654-246665 Transparsplana vitrectomie

Art 14i: Otorhinolaryngologie

AMYGDALECT+DISSECT. 257390-257401 Amygdalectomie door dissectie
BIL.NEUSSCHELPRES. 255894-255905 Resectie van neusschelp of neusschelpstaart of neusschelpplastie, tweezijdige
BIL.PART/TOT.THYROID 257036-257040 Totale of subtotale tweezijdige thyreoïdectomie met dissectie van de nervi laryngei recurrentes en de bijschildklieren
HK.BEH.2 SINUSSEN 254833-254844 Volledige eenzijdige heelkundige behandeling van inflammatoire pathologie van twee sinussen
HK.BEH.3OF4.SINUSSEN 254855-254866 Volledige eenzijdige heelkundige behandeling van inflammatoire pathologie van drie of vier sinussen
INSN.ADENOPHLEG.BUCC 256830-256841 Insnijden en draineren van adenophlegmone van buccale oorsprong
MICROSCOP.LARYNGOSC. 258075-258086 Microlaryngoscopie in suspensie (Kleinsasser) met of zonder afname voor biopsie
OP.GEHOORBEENTJES 255312-255323 Functionele heelkunde op gehoorbeentjesketen of ingreep voor fenestratie
SPERICH+SPER.COR.NT 258650-258661 Subperichondrale en subperiostale correctie van het neustussenschot
TRANSTYMP.DRAIN.+PRO 257471-257482 Transtympanaal draineren door middel van prothese, uni of bilateraal

Art 14j: Urologie

BESNIJDENIS 260934-260945 Besnijdenis
END.RES.BLAASTU. 261391-261402 Volledige behandeling van een blaasgezwel door een endoscopische resectie, inclusief cystoscopie (mag slechts eenmaal per jaar worden aangerekend)
ENDO.RES.PROST. 261553-261564 Endoscopische resectie van de prostaat, inclusief cystoscopie
ONDERB.DUCT.DEFERENS 260794-260805 Onderbinden van een ductus deferens
RES.TUNICA VAGIN. 260875-260886 Resectie of omkeren van tunica vaginalis
TH.URETEROSCOPIE 262371-262382 Therapeutische ureteroscopie of ureterorenoscopie met ureterdilatatie onder controle door medische beeldvorming voor de behandeling van lithiasis, abcessen, letsels of stenose
TOT.PROSTATECT+VES 261796-261800 Totale prostatectomie inclusief exeresis van het vesiculair blok met urethro-vesicaal hechten
UITG.NEFRECT+GGLN/AB 261671-261682 Totale radicale of partiële tumornefrectomie inclusief eventuele lymfadenectomie
URETHROTOMIE 260956-260960 Uitwendige of inwendige urethrotomie
VERV.SUPRAPUBIS.KATH 262452-262463 ° Vervangen van een suprapubische, ureterocutaneostomie of nefrostomie katheter.

Art 14k: Orthopedie

ART.PL.HEUP+TOT.PROT 289074-289085 Artroplastie van de heup met totale prothese (acetabulum en femur)
BL.FEMURFRACTUUR 276570-276581 Bloedige behandeling van een femurfractuur, ongeacht het niveau
F.TIB.ARTHR.PL+GELED 290275-290286 Arthroplastie van de knie met totale prothese
HALL.VALG.OSTEOT1+ 277115-277126 Heelkundige behandeling van hallux valgus of flexus : door meer dan één osteotomie (metatarsaal of falanx) en handeling op de weke weefsels
MED/LAT.MENISECTOMIE 276636-276640 Mediale of laterale meniscectomie, ongeacht de techniek
OPEN.RED.ONDERARM 275531-275542 Open reductie en osteosynthese van fractuur van een been van de onderarm (diepliggend materiaal ongeacht het niveau
PERCUT.NUCLEOTOM DLW 281772-281783 Heelkundige behandeling van een andere discushernia dan een cervicale
RUPT.ROTATORENKAPSEL 276076-276080 Heelkundige behandeling van een ruptuur van het rotatorenkapsel, ongeacht de techniek : door rechtstreeks herstel van één of meerdere pezen
VRIJMAKEN HANDWORTEL 287836-287840 Vrijmaken van handwortelkanaal, ongeacht de techniek
WEGN.DIEPL.PLATEN 280092-280103 Wegnemen van diepliggend synthesematerieel : platen of spijkerplaten

Art 14m: Transplantaties

HART+LONGTRANSPL. 318054-318065 Harttransplantatie of van hart en longen in blok
NIERTRANSPL. 318010-318021 Niertransplantatie
TOT.HEPATECT.+TRANSP 318076-318080 Totale hepatectomie gevolgd door een orthotope levertransplantatie

2 Interne

2.1 Raming niet uitgevoerde zorg

2.1.1 Overzicht

Naar analogie met de voorgaande achtstandsanalyses voor artikel 14, wordt hieronder een analyse voorgesteld met betrekking tot de interne geneeskunde. Daarbij is uitgegaan van veelvoorkomende interventies per discipline. Hierbij werd eveneens de nomenclatuur indeling gevolgd. Er werden enkel verstrekkingen weerhouden die een dagopname of klassieke hospitalisatie vereisen. Ingrepen die zeer acuut dienen te gebeuren (zoals behandeling pneumothorax) werden niet weerhouden omdat hiervoor geen achterstand kan worden opgebouwd. Tot slot werden nomenclatuurnummers die kunnen gecombineerd worden geweerd om dubbeltellingen te mijden, doch dit kan resulteren in een onderschatting van de achterstand. Het betreft dus conservatieve ramingen.

2.1.2 Bespreking

In de pneumologie (36%) en geriatrie (29%) zijn aanzienlijke aantallen verstrekkingen niet uitgevoerd en ziet men nog geen spoor van kentering. Voor gastro-enterologie is er een lichte daling van de achterstand en zit men op 12%. Neurologie blijft op een plateaufase rond de 14%. Voor de cardiologie is de opgebouwde achterstand fors afgenomen tot 3%. Voor de oncologie ziet men geen achterstanden. Men ziet integendeel 17% meer activiteit dan verwacht, doch de onzekerheidsmarges zijn hier het grootst.

2.1.3 Details per verstrekking

De onderstaande grafieken geven de details van de verstrekkingen weer per sub-artikel. Curves die groen kleuren, hebben een zeer kleine of onbestaande impact op de IC-afdeling. Naarmate de kleur van de curve meer naar rood opschuift, heeft een patiënt die met deze verstrekking is behandeld een hogere kans om op de IC-afdeling te belanden.

Onder de grafiek worden de detailgegevens van de gebruikte nomenclatuurcodes weergegeven.

Hierna wordt aangegeven welke punten onze aandacht trokken. Om finale conclusies te maken is het belangrijk dat de grafieken ten gronde worden besproken op de diverse fora waar experts per discipline en op basis van ‘Evidence Based Medicine’ richtlijnen het beleid adviseren.

  • Cardiologie:
    • Voor de frequentste katheterisaties (PTCA), is er geen achterstand meer zichtbaar. Voor de ’percutane endovasculaire klepplastieken’ was de achterstand in januari 2022 weggewerkt, doch is die recent terug opgelopen. Inzake de ’digitale coronarografie door hartkatheterisatie met min. 2 gefilmde sequenties’ en voor de ’hartkatheterisaties buiten het continu toezicht op de hartfunctie…’ bedragen de achterstanden 18% respectievelijk 35%.
    • Wat de elektrofysiologie (rij 4 van de grafieken) betreft zien we dat de achterstanden inzake het plaatsen en controleren van pacemakers weggewerkt zijn. De elektrofysiologische onderzoeken met percutane ablatie ter behandeling van tachycardie (26%) en uitgebreide elektrofysiologische onderzoeken hebben wel nog een aanzienlijk achterstand (15%), doch met brede onzekerheidsmarges. De ablaties gebeuren met bijstand van een anesthesist. Ook in Engeland behoorden ze tot de zwaarst getroffen cardiologische interventies door de lock-down (Leyva e.a. 2021).
    • De ‘hartdefibrillatie’ werd werd opgenomen ondanks het feit dat een aanzienlijk deel van deze ingrepen erg dringend is en dus niet in te halen valt. Er zijn echter ook veel geplande electieve cardioversies die mogelijks vertraging hebben, jammer genoeg zijn de 2 niet te differentiëren. Dit is een potentieel aandachtspunt voor de vernieuwde nomenclatuur.
  • Gastro-enterologie:
    • Meer dan de helft van de top 10 verstrekkingen vertoont geen significante achterstand.
    • Belangrijke uitzondering is de achterstand inzake ’ileoscopie met biopsie’ (11%), met een beginnende inhaaltrend, doch ook met brede onzekerheidsmarge.
    • Als tweede belangrijke uitzondering zien we dat de achterstand inzake ‘totale coloscopie met biopsie’ 22% bedraagt en rond dit plateau blijft hangen. Onderbrekingen in de screeningsprogramma’s kunnen een rol spelen (Mazidimoradi, Tiznobaik, en Salehiniya 2021). Voor dit onderzoek is een beademingstoestel, anesthesist en extra verpleegkundige (o.a. toezicht ontwaakzaal) vereist. Voor alle endoscopische interventies wordt de capaciteit bovendien mee gelimiteerd door het aantal beschikbare scopen en wasmachines. Laattijdige biopsies kunnen leiden tot een latere diagnosestelling of bijstelling van de behandeling van kankers en daardoor de prognose negatief beïnvloeden. Mogelijks is een deel ondervangen via (COVID-veiligere) alternatieven zoals de virtuele coloscopies (Moreno e.a. 2020). Een inhaalplan met prioriteitstellingen en monitoring is wenselijk (Walker e.a. 2021).
    • De achterstand inzake ‘endoscopische onderzoeken van het hogere spijsverteringskanaal’ (gastroscopies) is gedaald tot 8%. Dit betreft echter een zeer groot absoluut aantal (op jaarbasis in normale tijden 347.700 endoscopies)! Een goede triage en prioriteitsstelling blijft belangrijk (Sykes e.a. 2020). Het gaat over aerosol genererende procedures die secure beschermingsmaatregelen vereisen (Ho e.a. 2021).
    • Tot slot zien we dat de achterstand inzake endoscopische onderzoeken van rectum en sigmoïd op een plateau van rond de 15% ligt.
  • Geriatrie:
    • De hoge plateaufase voor de ’pluridisciplinaire evaluatie van patiënten’, is recent bijna gehalveerd (tot 17%) en ook bij de raadplegingen (23%) zien we een forse inhaal, weliswaar beiden met grote onzekerheidsmarges.
    • We stellen ook minder bijstand van geriaters elders in het ziekenhuis vast (22%). Mogelijks werd dit opgevangen via niet-fysiek overleg.
    • Wat de niet uitgevoerde verstrekkingen inzake zaaltoezicht betreft zien we een stagnatie tot toename. Zo vertonen de eerste 5 dagen een achterstand van 16%, wat oploopt naar 32% voor dag 6-30 en 49% vanaf dag 31. Dit is moeilijk te duiden. Dit wordt mogelijks beïnvloed doordat deel van de patiënten niet meer in de normaal aan hen toegewezen bedden liggen, t.g.v. herschikkingen voor ’COVID-bedden’, met potentiële invloed op de aanrekenbaarheid van toezichtshonoraria. Ook meer terughoudendheid van patiënten en verwijzers voor ziekenhuisopnames kan een verklarende factor zijn, alsook de forsere impact van COVID-19 op de oudste patiënten inzake mortaliteit. De forsere achterstand van de toezichtshonoraria bij ’langliggers’ kan eventueel wijzen op een kortere ligduur ten gevolge sneller ontslag of meer overlijdens.
  • Neurologie:
    • Voor EEG (behalve op ICU (20%)), EMG en ’motorische geëvoceerde potentialen’ zijn de achterstanden beperkt tot 10% of minder en licht dalend. Voor veel onderzoeken is de onzekerheidsmarge groot. De hoge aantallen niet uitgevoerde EEG’s op ICU, die uiteraard niet kunnen ingehaald worden, zijn opgenomen omdat ze mee de beschikbaarheid van donororganen beïnvloeden.
    • Voor de visueel geëvoceerde potentialen zien we een traag oplopende achterstand tot 31%.
    • Er zijn aanzienlijke minder ‘holter EEG’ (42%) en ’polysomnografie’ (40%) onderzoeken uitgevoerd. Dit is conform de verwachtingen en mogelijks deels te wijten aan het feit dat deze onderzoeken in ons land bijna uitsluitend in de hospitaalsetting gebeuren. In de meeste andere landen gebeurt dit op ambulante basis met uitlezing in het ziekenhuis.
  • Oncologie:
    • Geen grote achterstanden vast te stellen in de hier weerhouden verstrekkingen, doch vaak grote onzekerheidsmarges. Voor een gedetailleerder zicht verwijzen we naar sectie 4 dat na overleg met het Kankerregister is toegevoegd.
    • De grootste en nog sterk groeiende achterstand betreft de ’allogene beenmergtransplantaties’ met 24%. Dit zijn ingrepen van vitaal belang; alle achterstand is problematisch!
    • De verstrekkingen in het kader van de supervisie van oncologiepatiënten in het dagziekenhuis vertoont meer prestaties dan in pre-COVID tijd. Dit kan mogelijks wijzen op vervangingen van klassieke opnames door dagopnames en / of gewijzigde therapieschema’s.
    • De eerste en de bijkomende MOC verstrekkingen vertonen geen achterstand. De opwaartse knik in mei voor de 1e MOC was aanvankelijk ook zichtbaar in andere golven. Dit wijst eerder op een sterke invloed van de facturatie-timing, in plaats van een reële achterstand.
    • P.S. De maxiforfaits werden niet mee opgenomen. Ze zijn gewijzigd in de referentiejaren m.b.t. de ramingen, wat aanleiding geeft tot onbetrouwbare schattingen. We zien hiervoor ook erg wisselende aanleveringen van de facturatiedata wat een bijkomend probleem geeft voor de ramingen.
  • Pneumologie:
    • Het grootste aantal niet uitgevoerde verstrekkingen zijn de bronchoscopies zonder interventie (59%). Voor bronchoscopies zijn er belangrijke praktijkvariaties in België6.
    • Voor de ‘bronchoscopies met biopsie’ loopt de achterstand verder op en varieert deze tussen de 24% en 32%. Dit kan mogelijks een effect hebben op de diagnoses en prognoses van (nieuwe) kankerpatiënten, tenzij men alternatieven voor handen had. De grote achterstand kan deels verklaard worden door het feit dat het gaat om procedures die aerosolen genereren en dus waar mogelijk (zoals electieve interventies (Luo e.a. 2020)) dienden vermeden vanwege het zeer hoge besmettingsgevaar voor de uitvoerder. Deels kan het ook te wijten zijn aan het feit dat de pneumologen zeer zwaar belast werden met COVID-19 zorg en nazorg in het ziekenhuis.
    • Enkel voor de ’bronchoscopie met broncho-alveolair wassen’ daalde de achterstand.

CARDIO

CORGR.HARTCATH.MIN2S 464192-464203 Digitale coronarografie door hartcatheterisatie met minimum twee gefilmde sekwenties per overbrugging
D.CORONAG.HARTCATHER 464170-464181 Digitale coronarografie door hartcatheterisatie
BIJK.H.PTCA 2<U+00B0>+STENO 589035-589046 Bijkomend honorarium bij de verstrekking 589013-589024 voor de behandeling van minimum 2 coronaire vaten tijdens eenzelfde procedure met name : de rechter coronair (kransslagadersegmenten nrs. 1 tot en met 4) en/of de hoofdstam (kransslagadersegment nr. 5) en/of de linkercoronair (kransslagadersegmenten nrs. 6 tot en met 10) en/of de circumflexa (kransslagadersegmenten nrs. 11 tot en met 15) en/of saphena of arteriële (mammaria) enten.
PERC.AO.KL.PL. 589190-589201 Percutane endovasculaire plastiek van de aortaklep, van een aangeboren misvorming van de aorta, van de pulmonalisklep, de mitralisklep, de tricuspidklep of fulguratie van een klep inclusief de manipulaties en controles tijdens de behandeling en de gebruikte catheters, exclusief de dilatatiecatheter(s) en farmaca en de kontrastmiddelen, maximum per operatiezitting
PTCA 589013-589024 Percutane endovasculaire dilatatie met of zonder plaatsing van stent(s) onder controle door medische beeldvorming van een vernauwing en/of occlusie van een kransslagader, inclusief de manipulaties en controles tijdens de behandeling en al het gebruikte materieel, met uitsluiting van de dilatatiecatheter, de farmaca en de contrastmiddelen. Voor het geheel van de kransslagaders
ATRIOVENT.NOD.TACHYC 589492-589503 Elektrofysiologisch onderzoek en percutane ablatie ter behandeling van een atrioventriculaire nodale re-entry tachycardie, een atrioventriculaire re-entry tachycardie (over Kent-bundel) of een rechter atriale ectopische tachycardie door gerichte ablatie van het aritmiecircuit of van de aritmiefocus
E.FYS.OND.HART 476276-476280 Uitgebreid elektrofysiologisch onderzoek zonder ablatie voor het opwekken en beëindigen van tachycardieën met behulp van drie of meer catheters,inclusief afname van bloedstalen, radioscopische en electrocardiografische controles, toediening van farmaca en contraststoffen, met protocol en tracés
HARTDEFIBRILL. 475016-475020 ** Electrische defibrillatie van het hart, inclusief electrocardiografische controle tijdens bewerking
LINKS.ATRIAL.FLUTTER 589551-589562 Elektrofysiologisch onderzoek en percutane ablatie ter behandeling van een linker atriale flutter (door gerichte ablatie van het aritmiecircuit of van aritmiefocus) of atriale fibrillatie (door isolatie of circumferentiële ablatie van de pulmonaalvenen)
PERC.PL.INTRAC.EL.TR 475974-475985 Percutane plaatsing van (één of meer) blijvende intracavitaire elektrode(n) langs transveneuze weg
CONT.PACEM.A.I.C.D. 475893-475904 Controle van de deugdelijkheid en/of herprogrammatie van een hartdefibrillator, met meting van de stimulatie- en gevoeligheidsdrempel en met evaluatie van de performantie van de defibrillator, met protocol en tracés
CONT.PACEM.D.D.D. 475871-475882 Controle van de deugdelijkheid en/of herprogrammatie van een tweekamerpacemaker (DDD) of een driekamerpacemaker (CRT-P), met ondervraging van het geheugen en meting van de stimulatie- en gevoeligheidsdrempel, met protocol en tracés
HARTCATH./VV+PUNC 476033-476044 Hartcatheterismen buiten het continu toezicht op de hartfunctie - Hartcatheterismen met grafisch registreren van de drukcurven op verschillende niveaus, inclusief eventueel de afnamen van bloedmonsters voor doseren, de radioscopische controles met televisie, de elektrocardiografische controles, de denudatie en de inspuiting van contrastmiddelen met of zonder krachtsinspanningsproef of farmacodynamische proef, met protocol en tracés (mogen niet worden gecumuleerd met de raadplegingen) : langs ven
HARTCATH/ADERS 476011-476022 Hartcatheterismen buiten het continu toezicht op de hartfunctie - Hartcatheterismen met grafisch registreren van de drukcurven op verschillende niveaus, inclusief eventueel de afnamen van bloedmonsters voor doseren, de radioscopische controles met televisie, de elektrocardiografische controles, de denudatie en de inspuiting van contrastmiddelen met of zonder krachtsinspanningsproef of farmacodynamische proef, met protocol en tracés (mogen niet worden gecumuleerd met de raadplegingen) : langs ven
HARTCATH/ART+VV 476070-476081 Hartcatheterismen buiten het continu toezicht op de hartfunctie - Hartcatheterismen met grafisch registreren van de drukcurven op verschillende niveaus, inclusief eventueel de afnamen van bloedmonsters voor doseren, de radioscopische controles met televisie, de elektrocardiografische controles, de denudatie en de inspuiting van contrastmiddelen met of zonder krachtsinspanningsproef of farmacodynamische proef, met protocol en tracés (mogen niet worden gecumuleerd met de raadplegingen) : langs ven

GASTRO

ECH.END+PUNCTIE 473874-473885 Een of meer afnamen van weefsel met behulp van een naald doorheen de wand van het spijsverteringskanaal, door middel van echo-endoscopie
ECH.ENDOSC.BOV.GI.TR 473852-473863 Onderzoek van het hogere spijsverteringskanaal en de naburige organen met een echo-endoscoop
ENDOSC.DILAT.STRICT 473815-473826 Dilatatie van een of meer stricturen van het spijsverteringskanaal, door middel van endoscopie
GALW.PL.DILAT.PROT/S 473712-473723 Inbrengen van een prothese in de gal- of pancreaswegen, door middel van endoscopie
HEMOSTASIS URGENT 473771-473782 Hemostase van het spijsverteringskanaal, door middel van endoscopie
ILEOSC.~BIOPS 473432-473443 Onderzoek van het ileum door middel van endoscopie
OND.SPYSVERTKAN.END 473056-473060 Onderzoek van het hogere spijsverteringskanaal door middel van endoscopie
RECTOSIGM.COLOSC.L 472452-472463 Onderzoek van het rectum en van het sigmoïd of het colon tot de linkerhoek van het colon, door middel van endoscopie
RETROGR.CHOLANGIOWIR 473830-473841 Extractie van een of meer gal- of pancreasstenen tijdens een cholangiopancreatografie door middel van endoscopie
TOT.COLONOSC.~BIOPS 473174-473185 Onderzoek van het colon tot de ileocoecale klep, door middel van endoscopie

GERIA

GER.EV+VERSL.GERIATR 102233-102244 Pluridisciplinaire geriatrische evaluatie door de geneesheer-specialist in de geriatrie, met verslag aan de voorschrijvende huisarts
GERIATRIE > 75 599034-599045 Honorarium voor het onderzoek door de geneesheer-specialist in de geriatrie, uitgevoerd bij één op een andere dienst dan G (300) opgenomen rechthebbende, vanaf 75 jaar, op voorschrift van de geneesheer-specialist niet-geriater, die het toezicht uitoefent
GERIATRIE > 75 599056-599060 Honorarium voor het geriatrisch ontslagonderzoek door de geneesheer-specialist in de geriatrie, bij een rechthebbende vanaf 75 jaar opgenomen in een dienst geriatrie G (300)
RPL.SPK.GERIAT+VERSL 102896-102900 Raadpleging in de spreekkamer door een geneesheer-specialist in de geriatrie, inclusief eventueel schriftelijk verslag
TOEZ.G.1<U+00B0>5<U+00B0>/INT 599115-599126 Toezicht door een geneesheer die is erkend als specialist voor in de geriatrie, op een in een dienst G opgenomen zieke : de eerste vijf dagen, per dag
TOEZ.G.31<U+00B0>+/INT 599152-599163 Toezicht door een geneesheer die is erkend als specialist voor in de geriatrie, op een in een dienst G opgenomen zieke : de eenendertigste dag en volgende dagen, per dag
TOEZ.G.6<U+00B0>30<U+00B0>/INT 599130-599141 Toezicht door een geneesheer die is erkend als specialist voor in de gériatrie, op een in een dienst G opgenomen zieke : van de zesde tot en met de dertigste dag, per dag

NEURO

477142.PAT.INT.ZORG 478170-478181 verstrekking 477142 wanneer ze uitgevoerd wordt op een opgenomen patiënt in een erkende functie voor intensieve zorg
EEG 477131-477142 Elektro-encefalografie
EEG HOLTER 477411-477422 Continu elektroëncefalografisch registreren gedurende ten minste 24 uur door middel van een draagbaar toestel (techniek van het Holtertype) met minimum 4 derivaties, inclusief de raadpleging bij het plaatsen en het wegnemen van het toestel, met protocol en uittreksels uit de tracés
HN.INTAKE.CVA.ACCRED 477735-477746 Honorarium voor de geaccrediteerde geneesheer- specialist in de neurologie voor de coördinatie van de diagnostische oppuntstelling en van het opstellen van een behandelingsplan door een multidisciplinair beroertezorgteam bij de « intake » van een rechthebbende die wordt opgenomen omwille van een recent cerebrovasculair accident (CVA)
HN.ZORGPLAN.CVA.ACCR 477772-477783 Honorarium voor de geaccrediteerde geneesheer-specialist in de neurologie voor de coördinatie van een multidisciplinair beroertezorgteam om een zorgplan op te stellen voor een rechthebbende die is opgenomen omwille van een cerebrovasculair accident (CVA)
EMG 477116-477120 Elektromyografie, door middel van een naaldelektrode.
MOTORISCHE.POT. 478111-478122 Registratie van de motorische geëvoceerde potentialen
POLYSOMNOGR+1J 477374-477385 Polysomnografie na de leeftijd van één jaar
POLYSOMNOGR+1J 477374-477385 Polysomnografie na de leeftijd van één jaar
SOMASENSITIEVE.POT. 478096-478100 Registratie van de somatosensitieve geëvoceerde potentialen
VISUELE.POTENTIALEN 478052-478063 Registratie van de visuele geëvoceerde potentialen

ONCO

1eMOC.GEATT.GEN.COO 350372-350383 Eerste multidisciplinair oncologisch consult (eerste MOC), geattesteerd door de geneesheer-coördinator
ALL.TR.HEMAT.STAM 470654-470665 Allogene transplantatie van hematopoïetische bloedstamcellen
AUT.TR.MYELOABL 470632-470643 Autologe transplantatie van hematopoïetische bloedstamcellen na myeloablatie
BIJKOMENDE MOC 350291-350302 Bijkomend multidisciplinair oncologisch consult (bijkomende MOC) in een ander ziekenhuis dan dit van het eerste MOC, op doorverwijzing, geattesteerd door de geneesheer-coördinator
HONCO<d6>R.ZORGPR.ONCOL 598570-598581 Coördinatiehonorarium in het kader van het zorgprogramma oncologie voor het verblijf van een patiënt in het dagziekenhuis voor een antitumorale medicamenteuze behandeling
RPL.SPK.GNH.SP.M.ONC 102270-102281 Raadpleging in de spreekkamer, door een geneesheer-specialist in de medische oncologie, inclusief een verplicht schriftelijk verslag aan de behandelende arts

NOOT: Het nomenclatuurnummer 102270 (Raadpleging in de spreekkamer, door een geneesheer-specialist in de medische oncologie, inclusief een verplicht schriftelijk verslag aan de behandelende arts) bevat ook het nomenclatuurnummer 102292, zodat de honoraria van geaccrediteerde en niet-geaccrediteerde geneesheren geaggregeerd worden.

PNEUMO

BRONCHOSC.~AFN 471715-471726 Bronchoscopie zonder afname voor biopsie
BRONCHOSC+#AFNAME 471811-471822 Bronchoscopie met perifere pulmonaire afnamen voor biopsie (ofwel veelvuldige afnamen, minimum 5, ofwel geleide afname in geval van perifere tumor), inclusief de eventuele radioscopische controle
BRONCHOSC+ALV.WASS 471774-471785 Bronchoscopie met bronchoalveolair wassen (min. 100 ml)
BRONCHOSC+BIOPS 471730-471741 Bronchoscopie met afname voor biopsie, en/of verwijderen van tumors, en/of coagulatie van letsels
BRONCHOSC+COAL 471796-471800 Bronchoscopie met extractie van vreemde lichamen of plaatsing van een prothetisch element
ECH-END:BR+PUNC.EX.W 471855-471866 Echo-endoscopie van de bronchi met punctie van extramuraal weefsel (disposable materiaal niet inbegrepen)

3 Psychiatrie

3.1 Raming niet uitgevoerde zorg

3.1.1 Overzicht

Om een eerste zicht te hebben op de evolutie in de geestelijke gezondheidszorg is gekeken naar veelvoorkomende verstrekkingen die gelinkt zijn aan de ziekenhuissetting. In de linkse grafiek staan de geaggregeerde verstrekkingen aangerekend in de acute (algemene en universitaire) ziekenhuizen en in de rechtse grafiek deze aangerekend in de psychiatrische ziekenhuizen.

3.1.2 Bespreking

De gecumuleerde zorgachterstand t.o.v. pre-COVID-19 tijden vertoonde over 2021 een vrij langdurige plateaufase maar vertoont recent een voorzichtige daling tot 12% in de acute ziekenhuizen en tot 10% in de psychiatrische ziekenhuizen. Hierbij is geen rekening gehouden met een mogelijke impact door de pandemie op de zorgvraag (Simpson e.a. 2021). We hadden hierover, net als voor de andere verstrekkingen, geen data ter beschikking.

3.1.3 Details per verstrekking

In de volgende grafiek zijn de achterstanden in de psychiatrie op het niveau van de nomenclatuurnummers weergegeven. Elke rij stelt een verstrekking voor die per kolom is uitgesplitst tussen acute ziekenhuizen (AZ) en psychiatrische instellingen (PZ). Er zijn weinig verschillen tussen beiden.

We geven hier slechts aan welke punten onze aandacht trokken. Om finale conclusies te trekken is het belangrijk dat de grafieken ten gronde worden besproken op de diverse fora waar experts per discipline en op basis van ‘Evidence Based Medicine’ richtlijnen het beleid adviseren.

  • De toezichtshonoraria in de A diensten voor volwassenen (eerste 3 rijen van de grafieken)
    • Voor dag 1-12 was er een achterstand in de acute ziekenhuizen van 13% en in de psychiatrische ziekenhuizen van 17%.
    • Voor toezicht van dag 13 tot 30 was dit in AZ 17% en in PZ 12%.
    • Na dag 30 is het aantal toezichtshonoraria met 2 procentpunt gedaald in de AZ naar 5% en in de PZ gelijk gebleven rond de 9%.
  • De toezichtshonoraria van de kinderpsychiatrische (K) diensten (rij 4 en 5)
    • Voor de eerste 12 dagen verdween de achterstand in de loop van 2021. De betrouwbaarheidsmarges zijn echter breed. We zien geen (bijkomende) achterstand in verstrekkingen t.o.v. pre-COVID tijden. In de VS zag men een afname in het begin van de pandemie van spoedbezoeken omwille van psychische redenen bij kinderen in absolute aantallen, maar een scherpe toename inzake % van de totale aanmeldingen op spoed (Leeb e.a. 2020).
    • De honoraria die men kan aanrekenen voor dag 13-90 dalen eveneens vanaf december 2020. We zien geen (bijkomende) achterstand meer volgens onze data. In tegendeel voor de kinderen in de ’psychiatrische ziekenhuis-setting’ zou, als de ramingen bevestigd worden door meer data, dit betekenen dat de patiënten vooral langer verbleven dan pre-COVID. Let wel dit wil niet zeggen dat er geen toenemende aanmeldingen of (aangroeiende) wachttijden zouden zijn, alleen hebben we daar geen zicht op. In de Nederlandse monitor inzake toegankelijkheid van zorg zag men het aantal verwijzingen naar de geestelijke gezondheidszorg toenemen7.
  • De ‘1e psychiatrische onderzoeken op vraag van de behandelende arts’ (rij 6)
    • Deze vertonen een gestage toename van de achterstand tot 34%. Dit kan te wijten zijn aan het feit dat er minder patiënten waren in het ziekenhuis in totaal waardoor psychiaters minder in consult zijn geroepen. Ook het feit dat COVID-19 patiënten niet of erg moeilijk konden worden bezocht door de isolatiemaatregelen kan impact gehad hebben hierop. We hadden hier op zijn minst een stagnering verwacht.
    • Deze verstrekking is voor de psychiatrische ziekenhuizen (PZ) blanco gelaten, omdat ze in de praktijk zonder voorwerp is. De enkele aanrekeningen die we hier toch vaststelden tonen vermoedelijk per vergissing aangerekende verstrekkingen.
  • De intake onderzoeken (rij 7)
    • Deze vertonen een vergelijkbare achterstand van 8% in de acute ziekenhuizen en 9% in de psychiatrische. Dit honorarium kan echter worden aangerekend in de A, K, T of Sp Psychogeriatrie zodat het geen duidelijk beeld geeft over de specifieke diensten.
TOEZ.AK.1°12°/PSY 598415-598426 Toezicht door een geneesheer die is erkend als specialist voor neuropsychiatrie of voor psychiatrie op een in een dienst A opgenomen rechthebbende : de eerste twaalf dagen, per dag
TOEZ.AK.13°30°/PSY 598430-598441 Toezicht door een geneesheer die is erkend als specialist voor neuropsychiatrie of voor psychiatrie op een in een dienst A opgenomen rechthebbende : van de dertiende tot en met de dertigste dag, per dag
TOEZ.A.31°90°D/PSY 598452-598463 Toezicht door een geneesheer die is erkend als specialist voor neuropsychiatrie of voor psychiatrie op een in een dienst A opgenomen rechthebbende : van de eenendertigste tot en met de negentigste dag, per dag
TOEZ.K.1°12°D/PSY 598850-598861 Toezicht door een geneesheer die is erkend als specialist voor neuropsychiatrie of voor de psychiatrie op een in een dienst K opgenomen rechthebbende : de eerste twaalf dagen, per dag
TOEZ.K.13°-90°D/PSY 598894-598905 Toezicht door een geneesheer die is erkend als specialist voor neuropsychiatrie of voor de psychiatrie op een in een dienst K opgenomen rechthebbende : van de dertiende tot en met de negentigste dag, per dag
1°PSY.OND+RAPP 599432-599443 Honorarium voor het eerste psychiatrisch onderzoek, uitgevoerd binnen de dienst waar een in een ziekenhuis opgenomen rechthebbende verblijft, door een geneesheer specialist voor psychiatrie op voorschrift van de geneesheer die op hem toezicht uitoefent, met een centraal liaison dossier
HON.PSYCH.INT-ONDERZ 597715-597726 Honorarium voor het psychiatrisch intake-onderzoek met verslag voor de patiënt opgenomen op een dienst A, K, T of een Sp-psychogeriatrie van een ziekenhuis uitgevoerd door een geneesheer-specialist in de psychiatrie of in de neuropsychiatrie

NOOT: De nomenclatuurnummers 598426 en 598861 (Toezichtshonoraria op diensten A/K tijdens de eerste 12 dagen) bevatten ook de respectievelijke nomenclatuurnummers 598161 en 598883, zodat de honoraria van geaccrediteerde en niet-geaccrediteerde geneesheren geaggregeerd worden.

4 Oncologie

4.1 Raming niet uitgevoerde zorg

In de volgende grafieken zijn, aanvullend op het overzicht bij interne geneeskunde (zie sectie Interne), overzichten inzake niet uitgevoerde zorg (= potentiële achterstanden) in de oncologie per anatomische streek weergegeven. Dit is een toevoeging na overleg met het Kankerregister en waar mogelijk werd de link gelegd met hun recentste incidentiecijfers.

Het betreft verstrekkingen die (grotendeels8) voor oncologische indicaties worden uitgevoerd.

4.1.1 Bespreking

Voor volgende anatomische gebieden bedroeg (data mei 2022) de gecumuleerde achterstand minder dan 10% van de jaarproductie (zie onderstaande grafiek): baarmoeder en ovarium (8%); borst (2%), huid (4%) zenuwstelsel (4%). Let wel op de grote onzekerheidsmarge bij de meeste ramingen. Voor prostaat en blaas zien we geen achterstand, in tegendeel we zien 3% méér verstrekkingen dan we op basis van onze ramingen verwacht hadden. Ook voor teelbalkanker zien we geen achterstand, doch een veel hogere activiteit (14% meer) dan verwacht. De incidentiecijfers voor teelbalkanker 2020 van het Kankerregister geven een gelijkaardig beeld, namelijk een toename van ongeveer 11% in 2020 ten opzichte van 2019. We zien hogere achterstanden voor: nier (12%) en thorax (16%).

Tot slot zagen we hoge achterstanden van meer dan 20% voor de ‘giant cell’ tumoren van hand en voet (25%). Deze zijn in meerderheid (Cheng en Johnston 1997; Lin e.a. 2019) goedaardig, wat een deel de achterstand zou kunnen verklaren omdat hun verwijdering meestal minder dringend is.

4.1.2 Details per verstrekking

De onderstaande grafieken geven de evolutie van de verstrekkingen weer per sub-artikel (voor zover voorhanden). Naarmate de kleur van de curve meer naar rood opschuift, heeft een patiënt die deze verstrekking kreeg een hogere kans om op de ICU-afdeling te belanden. We weken af van het oorspronkelijk gestelde minimum van 500 ingrepen op jaarbasis (referentiejaar 2017), om waar mogelijk vergelijkingen met het kankerregister te kunnen maken.

Onder de grafiek zijn de detailgegevens van de opgenomen nomenclatuurcodes weergegeven.

Hierna wordt aangegeven welke punten onze aandacht trokken. Om finale conclusies te trekken is het belangrijk dat de grafieken ten gronde worden besproken op de diverse fora waar experts per discipline en op basis van ‘Evidence Based Medicine’ richtlijnen het beleid adviseren.

  • Baarmoeder en ovarium: volgens onze data is er een uitgesproken toename (>10%) van de debulking operaties voor intra-abdominale tumoren ten opzichte van pre-COVID tijden. De brede onzekerheidsmarge van de raming maakt echter geen conclusies mogelijk. Recente incidentiecijfers (in absolute aantallen) van het kankerregister tonen evenwel ook een stijgende trend. Men zag een toename van ovariumkanker met 15% in 2020 ten opzichte van het jaar voordien. De conisatie van de baarmoederhals (13%) is een operaties met nog aanzienlijke achterstand. De achterstand inzake salpingectomies/ ovarectomies is in 2022 gehalveerd tot nog 6%. Voor de overige operaties is er weinig tot geen achterstand.

  • Borst: weinig tot geen achterstand, mogelijks wel enkele verschuivingen. Hier wordt een geaggregeerde weergave getoond van borstsparende resecties en mastectomies naar analogie met het Kankerregister9. Daarin zien we veel meer ingrepen dan pre- COVID voor de borstsparende ingrepen (BCS) zonder schildwachtklierresectie (SLNP) noch okselevidement (ALND). Mogelijks is dit deels een gevolg van een inhaalbeweging inzake screening. De onzekerheidsmarges van de raming zijn echter ook hier groot. Voor de mastectomies zien we dat het aantal niet uitgevoerde ingrepen zich situeert rond de 7%. Mogelijks is ook hier deels sprake van verschuiving (naar meer borstsparende ingrepen), alhoewel het aantal mastectomies niet noodzakelijkerwijze afneemt bij vroege detectie (Keelan, Flanagan, en Hill 2021).

  • Gastro-intestinaal: zijn er opvallend hoge en nog steeds stijgende ‘achterstanden’ voor totale colectomies (58%). Ook voor de resectie van bepaalde rectumtumoren is dit hoog (40%). Mogelijks zien we hier een impact van de tijdelijke onderbreking van het screeningprogramma en/of een gevolg van aangepaste behandelschema’s. Bij de duodenopancreatectomieën zien we 15% meer ingrepen dan pre-COVID, maar met brede onzekerheidsmarge. Dit laatste is in lijn met de registraties van de complexe pancreaschirurgie binnen het Kankerregister. De mogelijke invloed van de conventie voor complexe chirurgie is onderwerp van een aparte audit.

  • Hoofd-hals: Wat betreft de ingrepen op de (bij)schildklier merken we een gestage inhaalbeweging sinds de 2e COVID-golf. Dit zien we ook voor het wegnemen van de parotis. We zien dit niet voor de andere hoofd-halstumoren. Mogelijks spelen factoren zoals de socio-economische gradiënt hier een rol in (Aupérin 2020). Als we alle nomenclatuurcodes voor chirurgie van hoofd-hals tumoren samen nemen (zie onderste curve) dan zien we een achterstand van 23%. Dit is echter een overschatting door het meenemen in deze selectie van ingrepen die in een zelfde tijd kunnen gebeuren. De gecumuleerde achterstand van de hoofd-hals tumoren zou na 2021 nog 9% bedragen volgens het Kankerregister.

  • Huid: hier valt de hoge achterstand (37%) voor verwijderen van ooglidtumoren op, doch met brede onzekerheidsmarge op de raming.

  • Prostaat en blaas: Volgens onze data zijn er meer totale cystectomieën gebeurd dan voor de coronacrisis. Er is echter een grote onzekerheidsmarge op deze raming. Voor 2020 zag het Kankerregister echter een gedaalde incidentie (-3% t.o.v. 2019). Waar de prostatectomieën een aanzienlijke achterstand hebben (43%), valt het op dat de ingreep die het meest correlatie heeft met een oncologische oorzaak (totale prostatectomie met exerese van het vesiculair blok) 23% meer gebeurd is dan pre-COVID. Mogelijks is er een verschuiving tussen de behandelingsmodaliteiten. De incidentiecijfers van het Kankerregister (data 2020), bevestigen deze trend (nog?) niet.

  • Thorax: Bij de uitgebreide longexerese voor een oncologische aandoening is er weinig achterstand (3%), voor totale of gedeeltelijke longexerese is dit 15%. Voor de pleurectomies is de achterstand het grootst (38%), doch deze ingreep is niet specifiek voor oncologische aandoeningen.

  • Tumoren zenuwstelsel: er zijn achterstanden bij de ingrepen m.b.t. supratentoriële intracraniële expansieve processen (13%) en de transsfenoïdale hypofyse ingrepen (8%). De laatste achterstand is recent fors gedaald.

Baarmoeder en ovarium

1/2Z.SAL/OVA/ADN.ECT* 432633-432644 Eenzijdige of tweezijdige salpingectomie of ovariëctomie of adnexectomie met pathologisch-anatomische bevestiging
CONISATIE CERVIX 432294-432305 Conisatie van de baarmoederhals met anatomopathologische bevestiging
DEBULK.INTR-ABD.TUM 244915-244926 Debulking voor uitgebreide intra-abdominale tumor (II) (totale hysterectomie, omentumresectie, resectie peritoneale metastasen, retroperitoneale exploratie met lymfadenectomie)
HRT 431336-431340 Totale uitgebreide hysterectomie (Wertheim)
HRT+LYMPHADENECT.* 431351-431362 Totale uitgebreide hysterectomie met lymphadenectomie in het bekken
UNI/BIL.ADNEXECTOMIE* 431631-431642 Eenzijdige of tweezijdige adnexectomie

Verstrekkingen met asterix* zijn mogelijks maar ten dele voor oncologische redenen uitgevoerd.

Borst

Borstsparende chirurgie
Mastectomie

Verstrekkingen met asterix* zijn mogelijks maar ten dele voor oncologische redenen uitgevoerd.

Gastro-intestinaal

DUOD.PANCR.ECT. 242012-242023 Duodeno-pancreatectomie
GASTREC+OESO/DU.ANAS 241452-241463 Totale gastrectomie met oesofago-jejunale anastomose of subtotale gastrectomie met herstellen van de transit, door interpositie van een darmsegment
HEMICOLECT. 243051-243062 Hemicolectomie rechts of links of segmentaire colonresectie of sigmoïdresectie of partïele rectumresectie met herstel van de continuïteit
MILES 244016-244020 Ingreep type Miles
OP.HARTMANN* 244053-244064 Operatie van Hartmann
PART.HEPATOTOM.TU/KY* 242336-242340 Gedeeltelijke hepatectomie wegens tumor, cyste of trauma
RECT.RES 244031-244042 Anterior rectumresectie met behoud van de sfincter en colo-anale anastomose (type TME)
RES.TU.RECT. 244311-244322 Resectie, langs natuurlijke weg, van een tumor villosus uit rectum
SUB.OESOFAG.ARC.AORT 228255-228266 Subtotale oesofagectomie tot op het niveau van de arcus aortae met herstellen van de continuïteit en uitgebreid klierevidement
TOT.COLECT.* 243036-243040 Totale colectomie met ileostomie of ileorectale anastomose

Verstrekkingen met asterix* zijn mogelijks maar ten dele voor oncologische redenen uitgevoerd.

Hoofd-hals

BIL.PART/TOT.THYROID* 257036-257040 Totale of subtotale tweezijdige thyreoïdectomie met dissectie van de nervi laryngei recurrentes en de bijschildklieren
CHIR.DIEPL.HALSCYST/* 311872-311883 Heelkundige bewerking wegens diepliggende halscyste of -tumor
PARATHYROIDECT.* 257073-257084 Selectieve parathyreoïdectomie
PAROTISDISS.* 255452-255463 Wegnemen van de parotis met dissectie van nervus facialis
RES.EXP.LETS.LUCHTW. 259033-259044 Resectie van een expansief letsel van de luchtwegen en/of van het bovenste gedeelte van het spijsverteringskanaal dat het sluiten van een huid- of slijmvliesdefect met een huidlap, een myocutane of een wandelende ent vereist
TOT/PART.THYROIDECT.* 257014-257025 Eenvoudige totale thyreoïdectomie of gedeeltelijke thyreoïdectomie

Verstrekkingen met asterix* zijn mogelijks maar ten dele voor oncologische redenen uitgevoerd.

Huid

EX.INV.TU O.LIDR. 245534-245545 Heelkundige exeresis van een invasieve tumor van de marginale rand van het ooglid (histologisch bewezen)
VERW.KW.GEZW+WOND 251775-251786 Verwijderen van een kwaadaardig gezwel van de huid of de slijmvliezen volgens een micrografische heelkundige techniek met peroperatieve pathologische anatomie, en met sluiten van de wonden, een eventuele ent en/of plastie inbegrepen

Verstrekkingen met asterix* zijn mogelijks maar ten dele voor oncologische redenen uitgevoerd.

Prostaat en Blaas

CHIR.NUCL.BLAAS/PROS 260654-260665 Heelkundige bewerking voor aanbrengen van radioactief materiaal in de blaas of prostaat
END.RES.BLAASTU.* 261391-261402 Volledige behandeling van een blaasgezwel door een endoscopische resectie, inclusief cystoscopie (mag slechts eenmaal per jaar worden aangerekend)
ENDO.RES.PROST.* 261553-261564 Endoscopische resectie van de prostaat, inclusief cystoscopie
PROSTATECTOMIE* 260632-260643 Prostatectomie
TOT.CYSTECT+ENT.NEOB* 260433-260444 Totale cystectomie met vervangen van blaas door darment
TOT.PROSTATECT+VES 261796-261800 Totale prostatectomie inclusief exeresis van het vesiculair blok met urethro-vesicaal hechten

Verstrekkingen met asterix* zijn mogelijks maar ten dele voor oncologische redenen uitgevoerd.

Thorax

LONGEXERESE 227216-227220 Uitgebreide totale of gedeeltelijke longexerese met klierevidement voor oncologische aandoening
LONGEXERESE* 227253-227264 Totale of gedeeltelijke longexeresis
MEDIAST.TU* 228115-228126 Behandeling van mediastinumtumors en -infecties langs thoracale weg
PLEURECTOMIE* 227334-227345 Exeresis van de pleura wegens chronische infectie of tumor, met of zonder thoracoplastiek, in één operatietijd

Verstrekkingen met asterix* zijn mogelijks maar ten dele voor oncologische redenen uitgevoerd.

Tumoren zenuwstelsel

EX.EXP.LETSEL/MEDULL 232750-232761 Exerese van expansief letsel dat de medullaire scheden overwoekert, onder operatiemicroscoop
OP.EXPANS.BRUGHOEKLE 231033-231044 Heelkundige bewerking voor expansieve brughoekletsels of infratentoriele intracraniële expansieve processus
SUPRATENT.TU.INTRACR 230473-230484 Heelkundige bewerking langs trepanatieluik wegens supratentoriële intracraniële expansieve processus
TRANSSFEN.HYPOFYSEOP 232514-232525 Transsfenoïdale ingreep op de hypofyse onder operatiemicroscoop

Verstrekkingen met asterix* zijn mogelijks maar ten dele voor oncologische redenen uitgevoerd.

5 Medische beeldvorming

5.1 Overzicht

In onderstaande grafiek wordt per toesteltype en anatomische regio de evolutie getoond van het aantal verstrekkingen doorheen de tijd. Het gemiddeld aantal verstrekkingen per maand in 2018-19 wordt gelijkgesteld met index 100. De rode verticale lijn geeft het begin van de COVID-19 pandemie weer.

5.2 Bespreking

Vooral de 1e golf (voorjaar 2020) had een duidelijke impact op het aantal verstrekkingen medische beeldvorming. De volgende golven hebben aanzienlijk minder impact gehad.

Voor CT valt op dat de ‘CT - Thorax’ een zeer gevoelige stijging doorgemaakt heeft vanaf de eerst COVID-19 golf en fors (bijna 150%) boven de basislijn blijft. Dit is conform de verwachtingen. Ze kaderen in de diagnostiek en opvolging van COVID-19 patiënten.

Voor MRI (thorax) zien we eveneens een forse toename, vooral vanaf de 2e helft van 2021. Dit is ook merkbaar voor de MRI schedel/wervel en MRI extremiteiten, maar minder uitgesproken.

Wat de nucleaire beeldvorming betreft, zien we voor PET onderzoeken een vrij forse toename vanaf de 2e helft van 2020. Dit kan mogelijks deels een effect zijn van de bijkomende erkenningen10 voor PET-CT scanners. Voor de SPECT onderzoeken is de toename minder uitgesproken.

6 Inlooptijd ‘zorgachterstand’

6.1 Overzicht

Deze ramingen zijn gebaseerd op de beschikbare facturatiedata tot en met mei 202211.

Om de ramingen van de inlooptijd12 te maken werd gebruik gemaakt van een geavanceerde raming inzake achterstanden. Er zijn verschillende factoren die een impact kunnen hebben op de inhaalbeweging doch waarvan we geen cijfers hebben en dus ook niet voor kunnen corrigeren, zoals:

  • Werken in ’coronaveilige” omstandigheden vergt vaak extra tijd. Hoeveel extra tijd voor welke ingrepen en welke patiënten is niet bekend.
  • We hebben geen zicht op welke zorg ondertussen is weggevallen of kan wegvallen. Dit kan door velerlei factoren: succesvol conservatief behandelde klachten, spontaan verdwenen klachten, pathologie die zich niet of anders presenteerde (griep, ongevallen,…), patiënten die er niet meer zijn, …
  • We hebben geen zicht op de nieuwe bijkomende zorgnoden, die post-COVID (vb ’long-COVID13”) of ten gevolge vertragingen van de reguliere zorg zijn ontstaan.
  • De mate van te bereiken efficiëntiewinst (Brownlee e.a. 2017), via striktere wetenschappelijke indicatiestelling op basis EBM richtlijnen is moeilijk in 1 cijfer te vatten en vaak streekgebonden14. Bovendien moet het toepassen van een strikte indicatiestelling uiterst snel gaan wil het effect hebben op de inhaalbeweging.
  • De mate van bijkomende COVID-19 belasting door volgende golven is niet geweten.
  • We hadden geen data over de evolutie van de uitval en het verloop van zorgpersoneel en artsen. Wel beschikten we vanaf de 4e golf over een registratie van het aantal gesloten ICU bedden en niet ICU bedden. Voor ICU lag het gemiddelde op 10,6% gesloten bedden tijdens golf 7.
  • Tot slot dient nog benadrukt dat hier geen aselecte steekproeven aan verstrekkingen werden gehanteerd en dus de bevindingen niet zomaar kunnen geëxtrapoleerd worden naar het geheel der verstrekkingen.

De bovenstaande factoren dienen steeds in het achterhoofd te worden gehouden bij de interpretatie van de geraamde inlooptijden. De tijden zijn dus indicatief en een simplificatie van de realiteit.


Type verstrekkingen


Capaciteits-/efficiëntie verhoging


Achterstand tem mei 2022 (%)

+5% +10% +25%
Chirurgie essentieel 1.57 0.78 0.31 7.83
Chirurgie gemengd 1.38 0.69 0.28 6.92
Chirurgie niet-essentieel 6.81 3.40 1.36 34.05
endoscopie.(kleine.procedure) -2.87 -1.44 -0.57 -14.37
percutane.coronaire.interventie.(pci) -0.69 -0.35 -0.14 -3.45

6.2 Bespreking

Voor de inlooptijden blijft het scenario waarin op jaarbasis 5% boven de normale capaciteit wordt gewerkt waarschijnlijk het enige realistische en het is zelfs de vraag of dit nog haalbaar blijft. Dit omwille van volgende onzekerheidsfactoren:

  • De COVID impact in de ziekenhuizen blijft zeer lang aanhouden.
  • Er waren voor de eerste 3 golven geen data beschikbaar inzake personeelsuitval en personeelsverloop. Sinds de 4e golf worden de gesloten ICU bedden t.g.v. uitval personeel geregistreerd in het ICMS. Dit bedroeg tijdens golf 7 gemiddeld 10,6% !

De inlooptijden voor essentiële en gemengde heelkundige verstrekkingen worden op respectievelijk 1,6 jaar (19 maand) en 1,4 jaar (17 maand) geraamd. Voor de niet essentiële heelkundige verstrekkingen bedraagt dit 6,8 jaar (6 jaar en 10 maanden). Dit laatste is een ’worst case’ scenario waarin onder meer alle ’overconsumptie’ zou worden ingehaald. Dit is uiteraard niet de bedoeling. De inhaaltijden en achterstanden voor essentiële en gemengde chirurgische ingrepen zijn duidelijk gedaald, terwijl die voor de niet-essentiële ingrepen gestegen zijn ten opzichte van het vorige rapport (data januari 2022). Voor endoscopies met kleine procedure werd de achterstand recent weggewerkt en waren er 14% meer verstrekkingen dan pre-COVID. Een zelfde evolutie deed zich voor bij de percutane coronaire interventies (PCI) waar er recent 3,5% meer ingrepen gebeurden dan de projecties op basis van de situatie pre-COVID aangaven.

Alle ‘caveats en assumpties’, zoals vermeld in de methodologie, dienen steeds in het achterhoofd te worden gehouden bij de interpretatie van deze geraamde inlooptijden. Ze zijn dus louter indicatief en een simplificatie van de realiteit.

7 Opnames op dienstniveau

7.1 Overzicht

Elk van de panelen in de grafiek hieronder vertegenwoordigt één van de ziekenhuisdiensten geaggregeerd op nationaal niveau. De zwarte bullets geven de geobserveerde aanmeldingen aan per maand in pre-COVID tijden. Het gaat hier enkel over aanmeldingen in klassieke hospitalisatie op basis van de dataflux 721bis. De zwarte lijn vertegenwoordigt de gemodelleerde of verwachte aantallen aanmeldingen per maand in de veronderstelling dat er geen COVID-crisis zou hebben plaatsgevonden. Deze verwachte lijn houdt rekening met eventuele seizoenschommelingen, een algemene lange-termijntrend, schoolvakanties en feestdagen. Op basis van gegevens voor de COVID-crisis kan deze lijn worden doorgetrokken naar de COVID-crisis. De rode bullets zijn de geobserveerde aantal aanmeldingen vanaf medio maart 2020, de start van de COVID-crisis. Let op: de Y-assen in de grafiek hebben niet dezelfde schaal door verschillen in grootte van de diensten.

7.2 Bespreking

De terugval in aantal opnames was het meest uitgesproken in de eerste golf en verminderde stelselmatig in de volgende golven, met uitzondering van de 4e golf. Deze zorgde terug voor een meer uitgesproken opnamedip (ten opzichte van de derde golf) in de meeste diensten eind december 2021. Aangezien de algemene COVID-19 belasting voor de ziekenhuizen ook terug voor langere tijd steeg is dit conform de verwachtingen.

  • Op de dienst 210 (chirurgie) was de terugval tijdens de COVID golven steeds iets groter dan voor de dienst 220 (interne). De opnames blijven onder of op de verwachte aantallen maar gaan er niet boven.
  • Voor de dienst 230 (pediatrie)15 liggen de opnames pas vanaf mei 2021 terug in lijn met de projecties, om tijdens de 4e golf (november-december 2021) nog even onder de projecties te gaan. Daarna zien we meermaals meer opnames dan verwacht op basis van de projecties.
  • Voor de dienst 250 (besmettelijke ziekten) zien we enkel in het prille begin van de pandemie en pas vanaf de 2e helft van 2021 meer opnames dan verwacht.
  • De dienst 260 (kraamafdeling) volgt bijna perfect de projecties op basis van het verleden, zoals verwacht.
  • Voor de dienst 300 (geriatrie) liggen pas vanaf mei 2021 de opnames terug in lijn met de projecties, waarna ze meestal hoger liggen dan geraamd.
  • De opnames op de diensten 190 en 270 (Neonatologie en Neonatale Intensieve) vertonen een abrupte daling ten opzichte van pre-COVID tijden. De daling in neonatologie ziet men ook in enkele andere landen (Hedermann e.a. 2020; Maeda e.a. 2020). We zien echter ook een duidelijke discrepantie met de facturatiegegevens voor deze diensten; de verstrekkingen vertonen geen noemenswaardige daling. Dit laatste wijst er eerder op dat we hier te maken hebben met een administratief artefact16.
  • Voor de diensten 340 (neuropsychiatrie kinderen) en 370 (neuropsychiatrie volwassenen) liggen de opnames vanaf begin 2021 hoger (kinderen) of terug meer in lijn met de verwachtingen (volwassenen).
  • De dienst 350 (daghospitalisatie psychiatrie kinderen) vertoont sinds de 2e helft van 2021 meer opnames dan verwacht. Vanaf 2022 zien we dit ook in de dienst 380 (daghospitalisatie psychiatrie volwassenen).
  • De dienst 490 (ICU) vertoont een persisterende daling van het aantal opnames. Dit kan onder meer te wijten zijn (afhankelijk van de fase van de pandemie) aan de lange ligduur van COVID-19 patiënten, het stand-by houden van bedden voor COVID-patiënten, (architecturale) beperkingen door isolatiemaatregelen of gesloten bedden door personeelsuitval.
  • De dienst 610-660 (revalidatie) toont eveneens een persisterende daling inzake opnames. Dit kan deels te verklaren zijn door de daling in electieve chirurgie. Het is wel bijzonder dat de vermindering in opnames blijft aanhouden.

8 Conclusies

Vooral de eerste en tweede coronagolf hadden een ongekend massieve impact op de zorgactiviteiten in de acute ziekenhuizen en -in mindere mate- in de psychiatrische ziekenhuizen. Ondanks verschillende inhaalbewegingen tussen de COVID-golven door, is er nog steeds een belangrijke inhaalbeweging met betrekking tot de reguliere zorgen te maken. De blijvend hoge druk van COVID-patiënten op de zorgcapaciteit in heel 2021 en begin 2022 maakt dat er slechts een beperkte inhaalbeweging is vast te stellen. Het goede nieuws is dat het aantal niet uitgevoerde verstrekkingen het kleinst is bij de meeste essentiële zorgen, zoals onder meer de oncologie. Dit is een indicatie dat de medische prioriteitstelling over het algemeen genomen goed is gebeurd. Dit is vooral een pluim voor vele artsen, medische diensthoofden en hoofdartsen. Er blijven wel opvallende verschillen tussen en binnen disciplines, zoals de onderstaande aandachtspunten tonen.

Het minder goede nieuws is dat zelfs het minst ambitieuze inhaalscenario, waarbij uitgegaan werd van 5% bijkomende capaciteit of efficiëntiewinst op jaarbasis, een grote uitdaging blijft. Dit wegens het hoge aantal gesloten ICU bedden17 door personeelsuitval of personeelsverloop. Begin 2022 draaide maar 1 ziekenhuis op 3 op volledige capaciteit in België. We zien dat een buurland zoals Nederland met hetzelfde probleem van aanzienlijk gestegen ziekteverzuim worstelt, waarbij begin 2022 maar 1 ziekenhuis op 4 op volledige capaciteit draaide18.

Aandachtspunten ter verdere bespreking met experts en ter verdere toetsing aan ’Evidence Based Medicine’ richtlijnen zijn:

  • De heelkundige verstrekkingen vertonen tijdens de vijfde golf opnieuw een grotere terugval, terwijl de terugval in golf 6 in lijn lag met golf 3 en 4. Over het algemeen dalen de gecumuleerde achterstanden voor essentiële en gemengde chirurgische ingrepen, terwijl die van niet-essentiële ingrepen nog licht toenemen. Enkele heelkundige verstrekkingen werden aanzienlijk minder uitgevoerd (potentiële achterstand van >20%) EN kunnen een sterke impact hebben op de levenskwaliteit en/of levensverwachting. Het gaat hierbij onder meer om verschillende open hartoperaties en de transplantaties van hart, hart-long en nieren. Voor deze laatsten speelt de beschikbaarheid van donororganen mogelijks ook een rol. Het is belangrijk hiervoor afdoende capaciteit te vrijwaren zowel op het operatiekwartier als op intensieve zorgen. Daarnaast werden veel minder hemicolectomies gedaan (potentiële achterstand van 25%). Dit vereist extra aandacht, doch kan mogelijks deels kaderen in aangepaste behandelschema’s tijdens de COVID-19 pandemie. Er werden ook aanzienlijk minder totale colectomies en resecties van rectumtumoren uitgevoerd. We zien een vergelijkbaar beeld voor cataractingrepen, maar het is mogelijk dat een deel hiervan door een striktere indicatiestelling niet hoeft ingehaald te worden.

  • Het aantal niet uitgevoerde electieve heelkundige ingrepen blijft groot en neemt nog toe. Hierbij zijn echter meerdere ingrepen met gekende ’overconsumptie’, zoals de meniscectomies, amygdalectomies, transtympanale drains,… Voor ingrepen zoals bijvoorbeeld neustussenschotcorrecties, varicesingrepen en besnijdenissen is de grens tussen medische indicaties en andere overwegingen vaak moeilijk te bepalen. Het feit dat de potentiële achterstanden bij de meeste ingrepen met gekende ’overconsumptie’ hoog blijven, kan -in algemene zin- wijzen op een correcte indicatie- en prioriteitstelling. Een uitzondering vormen de ’gastric bypass’ operaties, waarbij ondertussen zelfs veel meer ingrepen uitgevoerd werden dan in pre-COVID tijden. Dit past niet bij een correcte medische prioriteitsstelling.

  • Voor de interne disciplines zijn er vooral bij de pneumologie en de geriatrie nog steeds veel verstrekkingen niet uitgevoerd (>20%). Voor geriatrie zien we recent wel een forse inhaalbeweging inzake evaluatie-onderzoeken en algemene consultaties. Voor pneumologie blijft de potentiële achterstand verder oplopen. De hoge werkdruk op geriaters en pneumologen en hun assistenten zal dus nog een hele tijd aanhouden.

  • Voor de psychiatrische verstrekkingen zien we een plateaufase in de acute en de psychiatrische ziekenhuizen vanaf december 2020, met een beperkte daling van de opgebouwde potentiële achterstanden naar het einde van 2021 toe. Aandachtspunt vormen het sterk gedaalde aantal psychiatrische consulten op vraag van de behandelende arts in de acute ziekenhuizen (potentiële achterstand 34%). Inzake ’toezichtshonoraria voor de eerste 12 dagen’ voor volwassenen is de achterstand in acute ziekenhuizen 14% en psychiatrische ziekenhuizen 17%. Voor de toezichtshonoraria bij kinderen zien we in onze data geen achterstand meer ten opzichte van pre-COVID, doch de onzekerheidsmarge is groot. Over wachttijden voor patiënten kunnen we, net als voor de andere zorg, geen uitspraken doen (in tegenstelling tot andere landen, zoals Engeland en Nederland) aangezien deze niet goed in kaart waren pre-COVID en we geen zicht hebben op eventueel bijkomende zorgnoden.

  • De meeste oncologische verstrekkingen (chirurgische en andere) zijn over het algemeen behoorlijk goed gevrijwaard. Ze vertonen weinig tot geen achterstanden volgens onze data. Er zijn wel aandachtspunten zoals de allogene beenmergtransplantaties (met een sterke toename van de potentiële achterstand tot 24%), de hemicolectomies, de totale colectomies, de resectie van sommige rectumtumoren en de bronchoscopies, ileoscopies en coloscopies met biopsie. De aanzienlijke potentiële achterstanden bij verschillende endoscopische onderzoeken met biopsie (pneumologisch en gastro-enterologisch) kunnen mogelijks de diagnosestelling of opvolging van kankerpatiënten negatief beïnvloeden.

  • Voor de zware medische beeldvorming (CT en MRI) zien we vanaf 2021 vooral een inhaalbeweging. Er is een aanhoudend sterk verhoogd aantal ’thorax CT’s’ ten opzichte van de basislijn vanaf het begin van de pandemie in ons land. Dit is conform de verwachtingen, aangezien deze werden aangewend in de diagnostiek en opvolging van COVID-19 patiënten.

Inzake de ramingen van de inlooptijden levert het scenario waarin gemiddeld 5% boven de normale capaciteit zou worden gewerkt volgende aandachtspunten op. De inlooptijden voor essentiële en gemengde chirurgische ingrepen zijn licht gedaald ten opzichte van het rapport van januari 2022 en zijn respectievelijk 19 maanden en 17 maand. Voor de niet essentiële chirurgische verstrekkingen komt het ’worst case’ scenario, waarin alle ’overconsumptie’ zou worden ingehaald, op 6 jaar en 10 maanden. De uiteindelijke inhaaltijd zal sterk afhangen van snelle bijkomende preventieve maatregelen tegen het inhalen van ‘overuse’ (Ellen e.a. 2018). Voor de percutane coronaire interventies (PCI) en de endoscopies met biopsie is de achterstand reeds ingehaald.

9 Aanbevelingen

De zorgachterstand door COVID-19 leidt internationaal (Carr e.a. 2021; Iacobucci 2021; Teja e.a. 2021; Meneghini 2021) tot volgende vaststellingen: inhaalprioriteiten zijn essentieel, extra capaciteit is noodzakelijk en een verhoogde efficiëntie kan deels de capaciteitsverhoging versterken. De efficiëntiewinsten bestaan vooral uit het niet inhalen van een deel van de ingrepen waarbij ‘overconsumptie’ gedocumenteerd is. Acties op korte en middellange termijn zijn cruciaal om de aanhoudend hoge druk op verpleegkundigen en artsen, vooral van knelpuntdiensten zoals intensieve zorgen en operatiekwartier, te verlichten. Hierna volgen 5 aanbevelingen met voorbeelden van mogelijke actiepunten ter zake.

Aanbeveling 1: Opvolging van gezondheidsdata in ‘real time’. Belangrijke actiepunten naar de toekomst kunnen onder meer zijn:

  • Het in ‘real time’ ontvangen van de specifieke bedbezettingsdata van de acute ziekenhuizen teneinde steeds een praktische overzicht te hebben van de beschikbare capaciteit per locatie, ook bij andere rampen.
  • Het beschikken over real time data van de operationele bedden (dus met correctie voor afwezig personeel) en criteria om bedden ‘af te melden’. Naast bedden is bijvoorbeeld ook het aantal tijdelijke gesloten operatiezalen19 en tijdelijk verminderde capaciteit van spoeddiensten relevant.
  • Het beschikken over uniforme criteria voor opname en ontslag in specifieke diensten zoals intensieve zorgen, rekening houdend met de APACHE score (Tian e.a. 2022) van de patiënt.
  • Een sterk versnelde datastroom en doorlooptijd inzake gefactureerde verstrekkingen rechtstreeks naar een centraal overheidspunt. Hierbij moet ook de facturatietermijn die nu nog op 2 jaar ligt fors gereduceerd worden.
  • Een sterk versnelde beschikbaarheid van de ICD10 en andere data.
  • ‘Systematized Nomenclature of Medicine Clinical Terms’ (SNOMED CT) versneld invoeren, om automatisch ICD te coderen. Dit maakt het mogelijk om klinische gegevens in het EPD, op een consistente, door computers verwerkbare, wijze weer te geven en te verwerken.
  • Het borgen en verder verhogen van de capaciteit inzake datamining van big data zowel qua IT infrastructuur als mankracht bij de overheid.
  • Het samenbrengen van alle data in een overzichtelijk nationaal ‘dashboard’ waarbij vlot kan ingezoomd worden op het gewestelijke, provinciale, netwerk- of ziekenhuisniveau.

Aanbeveling 2: De overbelasting van verpleegkundigen ondervangen. Investeren in bijkomende efficiëntie-verhogende technologie die tegelijk ook betere patiëntopvolging toelaat. Mogelijke acties zijn o.a.;

  • Versneld invoeren van meer performante elektronische patiëntendossiers. Dit is een transitie die reeds volop bezig is op het terrein met extra BFM middelen.
  • Veralgemenen van mobiele toestellen voor uitvoeren van het ‘(New) Early Warning Score / System’ wat intensievere verpleegkundige bewaking op zaal toelaat zonder extra tijdsinvestering (Liu e.a. 2020).
  • Veralgemeende automatisering waar mogelijk, zoals barcodescanning in plaats van manuele input, wat zowel efficiëntiewinst als o.a. minder medicatiefouten oplevert (Barakat en Franklin 2020).
  • Het veralgemenen van mobiele ‘blaasscannertjes’20 zodat er geen tijd gaat naar nodeloze ‘sondering’ en ook het risico op infecties bij de patiënt daalt (Sparks e.a. 2004).

Een snel en concreet hulpsignaal naar de meest belaste diensten is nodig om ze perspectief te bieden. Mogelijke acties zijn:

  • De recente financiële opwaardering van verpleegkundigen is erg belangrijk, net als het verder uitrollen van andere onderbouwde retentiemaatregelen (Tang en Hudson 2019).
  • Rigoureuze taakuitzuivering van verpleegkundige opdrachten; verschillende taken kunnen door administratief of logistiek personeel gebeuren. In afwachting van voldoende beschikbaarheid van verpleegkundigen op de arbeidsmarkt, kan overwogen worden om een extra budget in eerste instantie te voorzien voor administratief en/of logistiek personeel op deze diensten. Nadien kan men het verpleegkundig kader met dit budget versterken. In ons land dienen meer patiënten per verpleegkundigen verzorgd te worden dan in veel vergelijkbare landen (Devos e.a. 2019; Saville e.a. 2019).
  • Het verlagen van de ‘patient to nurse’ ratio’s (dus minder patiënten per verpleegkundige) is een kost-effectieve maatregel (Devos e.a. 2019) en verhoogt sterk de patiëntveiligheid (Rothberg e.a. 2005).
  • Dit laatste dient afgestemd met de ‘functiedifferentiatie’ van de diensten intensieve zorgen in 3 niveaus, met voor elk niveau een passende medische, paramedische en verpleegkundige omkadering (Kluge e.a. 2015). Tegelijk dienen diensten voor pediatrische intensieve zorgen erkend te worden, naar analogie met andere landen.

Aanbeveling 3: De overbelasting van artsen ondervangen.

Het verminderen van de verplaatsingstijd en administratielast door efficiëntere ‘tele-geneeskunde’ werkvormen permanent te gaan vergoeden. Voorbeelden waarvan de meeste, in kader van de COVID-crisis, al in voege zijn:

  • Teleconsultaties en gedocumenteerd tele-overleg om achterstanden in (opvolg)consultaties en multidisciplinair patiëntenoverleg sneller weg te werken, tele-advies door specialist ter bijstand huisarts i.p.v. verplaatsing patiënt,… Dit moet o.a. toelaten oncologische diagnosestelling en opvolging te versnellen.
  • Telemonitoring in het kader van. onderzoeken die in andere landen thuis gebeuren (cfr. polysomnografie, 24u EEG,…) of ter vervanging observatie-opnames (cfr. mildere COVID-19 opvolging thuis, observatie voor dreigende vroeggeboorte thuis,…).

De hoge druk op specifieke artsen zoals intensivisten, spoedartsen, pneumologen, geriaters en arts-assistenten aanpakken. Mogelijke acties;

  • Voor arts-assistenten zijn onlangs aanpassingen gebeurd. Belangrijk is de implementatie hiervan intensief op te volgen en waar nodig op te treden.
  • Het verderzetten, na de COVID-19 periode, van de financiering van teleconsulten voor systematische standaardopvolging van bijv. hart- of longfalen door expert-verpleegkundigen. Dit om de ligduur (Fukuda, Sakurai, en Kashiwagi 2020) te verkorten en vermijdbare heropnames te doen dalen (Kim e.a. 2016).
  • Voorts kan onderzocht worden of C.A.O.’s voor specifieke artsen die cruciaal zijn voor de acute ziekenhuiszorg EN die een sterke fluctuatie in hun werkbelasting kennen een plaats krijgen in het retentiebeleid, naar analogie met onze buurlanden. Daardoor wordt de medische bestaffing minder afhankelijk van het door de “pool’ gegenereerde inkomen en kan er meer in functie van de patiëntennoden worden bestaft.

Aanbeveling 4: Patiëntenvraag afstemmen op medische meerwaarde.

Patiënten verwachten steeds meer van de geneeskunde (Lateef 2011). Het managen van verwachtingen is daarbij belangrijk. Patiënten vlottere toegang geven tot medisch onderbouwde informatie neemt toe in belang. Actiepunten kunnen zijn;

  • Het actiever promoten van de reeds door de overheid ondersteunde website Gezondheid en Wetenschap (Vlaams Patiëntenforum 2016).
  • Het ondersteunen van patiënten via een ‘medisch adviseur’, bij uitstek zijn huisarts. Vb:
    • Invoeren van Choosing Wisely programma’s21, die vooral in eerste lijnszorg aangetoond renderen.
    • Electieve ingrepen uitgevoerd zonder verwijzing van de huisarts EN niet conform de geldende (inter)nationale richtlijnen, terugbetalen aan het (lagere) tarief voor niet-geaccrediteerde artsen.
  • Het ondersteunen van patiënten op mentaal vlak. Dit om psychische stress laagdrempelig te bespreken, te analyseren en om patiënten snel in het juiste vervolgtraject te krijgen indien nodig. Vb:
    • Specifiek honorarium voor huisarts voor een ‘psychisch oriënteringsconsult’ dat meer tijd neemt.
    • Ook de recent terugbetaalde psychologische consulten kunnen hier een verschil maken.

Aanbeveling 5: Artsenvraag reduceren via strikte indicatie- en prioriteitsstelling.

  • Nationale, wetenschappelijk onderbouwde, prioriteitscriteria zijn nodig om hoofdartsen en diensthoofden bij te staan in het bewaken van een inhaalbeweging gebaseerd op onderbouwde, medische prioriteitscriteria.
  • Intensifiëren van RIZIV mechanismen om overconsumptie tegen te gaan.
    • Bestaande ‘tools’ opdrijven; omzendbrieven inzake correcte indicatiestelling, aanscherpen nomenclatuurvoorwaarden met meer linken naar wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen (cfr. actuele herziening nomenclatuur), extra conventies met specifieke voorwaarden inzake kwaliteit en outcome om erg complexe zorg te concentreren (cfr. recente conventies slokdarm en pancreaschirurgie),…
    • Nieuwe mechanismen onderzoeken zoals bijv. het koppelen van accreditatie-honoraria aan het engagement van de arts om compatibel de beschikbare ‘Evidence Based Medicine’ richtlijnen te werken waar mogelijk.
  • In het kader van het beperken van de overconsumptie en het maximaliseren van kwaliteit is de herziening van de ziekenhuisfinanciering ook erg belangrijk.
    • Belangrijk hierin is de reeds ver gevorderde herziening ten gronde van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen. Zodat onder meer het beschikken over noodzakelijke apparatuur beter aansluit bij de reële kostenstructuur (Swartenbroekx e.a. 2012), in plaats van dat deze via volume-gebonden afdrachten op verstrekkingen wordt gefinancierd.
    • Ook de efficiëntere inzet van artsen, zorgpersoneel en materiële middelen past hierin. Het verder faciliteren van meer samenwerking tussen artsen en tussen ziekenhuizen, onder meer via ziekenhuisnetwerken, dient een plaats te krijgen in de herziening van de ziekenhuisfinanciering. Dit kan ook een belangrijke bijdrage leveren in het verminderen van het tekort aan zorgpersoneel en bepaalde medische specialisten.

Referenties

Aubert, Olivier, Daniel Yoo, Dina Zielinski, Emanuele Cozzi, Massimo Cardillo, Michael Dürr, Beatriz Domı́nguez-Gil, e.a. 2021. COVID-19 pandemic and worldwide organ transplantation: a population-based study’. The Lancet Public Health, augustus. https://doi.org/10.1016/s2468-2667(21)00200-0.
Aupérin, Anne. 2020. ‘Epidemiology of head and neck cancers: an update’. Current Opinion in Oncology 32 (3): 178–86. https://doi.org/10.1097/cco.0000000000000629.
Barakat, Sara, en Bryony Dean Franklin. 2020. ‘An Evaluation of the Impact of Barcode Patient and Medication Scanning on Nursing Workflow at a UK Teaching Hospital’. Pharmacy 8 (3): 148. https://doi.org/10.3390/pharmacy8030148.
Barranquero, Alberto G., Sorin Cimpean, Dario Raglione, Benjamin Cadière, Marie-Thérèse Maréchal, Luca Pau, Mattia Bez, en Guy-Bernard Cadière. 2021. ‘Impact of the COVID-19 Pandemic and Lockdown on Gastric Bypass Results at 1-Year Follow-up’. Obesity Surgery 31 (10): 4511–18. https://doi.org/10.1007/s11695-021-05640-2.
Black, N, J Browne, J van der Meulen, L Jamieson, L Copley, en J Lewsey. 2008. ‘Is there overutilisation of cataract surgery in England?’ British Journal of Ophthalmology 93 (1): 13–17. https://doi.org/10.1136/bjo.2007.136150.
Brownlee, Shannon, Kalipso Chalkidou, Jenny Doust, Adam G Elshaug, Paul Glasziou, Iona Heath, Somil Nagpal, e.a. 2017. ‘Evidence for overuse of medical services around the world’. The Lancet 390 (10090): 156–68. https://doi.org/10.1016/s0140-6736(16)32585-5.
Carr, Andrew, James A Smith, Jenny Camaradou, en Daniel Prieto-Alhambra. 2021. ‘Growing backlog of planned surgery due to covid-19’. BMJ, februari, n339. https://doi.org/10.1136/bmj.n339.
Chen, Chen, Spencer R. Haupert, Lauren Zimmermann, Xu Shi, Lars G. Fritsche, en Bhramar Mukherjee. 2022. ‘Global Prevalence of Post-Coronavirus Disease 2019 (COVID-19) Condition or Long COVID: A Meta-Analysis and Systematic Review’. The Journal of Infectious Diseases, april. https://doi.org/10.1093/infdis/jiac136.
Cheng, Joseph C., en James O. Johnston. 1997. ‘Giant Cell Tumor of Bone: Prognosis and Treatment of Pulmonary Metastases’. Clinical Orthopaedics and Related Research 338 (mei): 205–14. https://doi.org/10.1097/00003086-199705000-00027.
Conceição, Eva, Marta de Lourdes, Sofia Ramalho, Sı́lvia Félix, Ana Pinto-Bastos, en Ana Rita Vaz. 2021. ‘Eating behaviors and weight outcomes in bariatric surgery patients amidst COVID-19’. Surgery for Obesity and Related Diseases 17 (6): 1165–74. https://doi.org/10.1016/j.soard.2021.02.025.
Devos, Carl, Audrey Cordon, Mélanie Lefèvre, Caroline Obyn, Françoise Renard, Nicolas Bouckaert, Sophie Gerkens, e.a. 2019. ‘Performance of the Belgian health system’. KCE Reports 313. Brussels: Belgian Health Care Knowledge Centre (KCE). https://kce.fgov.be/en/performance-of-the-belgian-health-system-%E2%80%93-report-2019.
Devriese, S., M. L. Lambert, M. Eyssen, S. Van De Sande, J. Poelmans, H. Van Brabandt, W. Sermeus, J. Vlayen, en D. Ramaekers. 2005. ‘Prospectief bepalen van de honoraria van ziekenhuisartsen op basis van klinische paden en guidelines: makkelijker gezegd dan gedaan.’ KCE Reports Vol. 18A. Brussels: Belgian Health Care Knowledge Centre (KCE). https://kce.fgov.be/nl/publication/report/prospectief-bepalen-van-de-honoraria-van-ziekenhuisartsen-op-basis-van-klinische-.
Ellen, Moriah E., Michael G. Wilson, Marcela Vélez, Ruth Shach, John N. Lavis, Jeremy M. Grimshaw, en Kaelan A. Moat. 2018. ‘Addressing overuse of health services in health systems: a critical interpretive synthesis’. Health Research Policy and Systems 16 (1). https://doi.org/10.1186/s12961-018-0325-x.
Fukuda, Tomohide, Hironori Sakurai, en Masanori Kashiwagi. 2020. ‘Efforts to reduce the length of stay in a low-intensity ICU: Changes in the ICU brought about by collaboration between Certified Nurse Specialists as head nurses and intensivists’. Onder redactie van Robert Ehrman. PLOS ONE 15 (6): e0234879. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0234879.
Hedermann, Gitte, Paula Louise Hedley, Marie Bækvad-Hansen, Henrik Hjalgrim, Klaus Rostgaard, Porntiva Poorisrisak, Morten Breindahl, e.a. 2020. ‘Danish premature birth rates during the COVID-19 lockdown’. Archives of Disease in Childhood - Fetal and Neonatal Edition 106 (1): 93–95. https://doi.org/10.1136/archdischild-2020-319990.
Ho, Kai Man Alexander, Amitava Banerjee, Mark Lawler, Matthew D Rutter, en Laurence B Lovat. 2021. ‘Predicting endoscopic activity recovery in England after COVID-19: a national analysis’. The Lancet Gastroenterology & Hepatology 6 (5): 381–90. https://doi.org/10.1016/s2468-1253(21)00058-3.
Iacobucci, Gareth. 2021. ‘Covid-19: NHS to trial rapid diagnostics and Saturday clinics to tackle elective care backlog’. BMJ, mei, n1243. https://doi.org/10.1136/bmj.n1243.
Javed, U, K McVeigh, N W Scott, en A Azuara-Blanco. 2015. ‘Cataract extraction and patient vision-related quality of life: a cohort study’. Eye 29 (7): 921–25. https://doi.org/10.1038/eye.2015.70.
Jenco, Melissa. 2021. ‘AAP releases interim guidance on preventing RSV during delayed season’. 2021. https://www.nasa.gov/nh/pluto-the-other-red-planet.
Keelan, Stephen, Michael Flanagan, en Arnold D. K. Hill. 2021. ‘Evolving Trends in Surgical Management of Breast Cancer: An Analysis of 30 Years of Practice Changing Papers’. Frontiers in Oncology 11 (augustus). https://doi.org/10.3389/fonc.2021.622621.
Kim, Seung Ju, Eun-Cheol Park, Kyu-Tae Han, Sun Jung Kim, en Tae Hyun Kim. 2016. ‘Nurse Staffing and 30-day Readmission of Chronic Obstructive Pulmonary Disease Patients: A 10-year Retrospective Study of Patient Hospitalization’. Asian Nursing Research 10 (4): 283–88. https://doi.org/10.1016/j.anr.2016.09.003.
Kluge, Georg Heinrich, Sylvia Brinkman, Giel van Berkel, Johannes van der Hoeven, Crétien Jacobs, Yvonne E. M. Snel, John P. W. Vogelaar, Nicolette F. de Keizer, en Emiel S. Boon. 2015. ‘The association between ICU level of care and mortality in the Netherlands’. Intensive Care Medicine 41 (2): 304–11. https://doi.org/10.1007/s00134-014-3620-1.
Lateef, Fatimah. 2011. ‘Patient expectations and the paradigm shift of care in emergency medicine’. Journal of Emergencies, Trauma, and Shock 4 (2): 163. https://doi.org/10.4103/0974-2700.82199.
Leeb, Rebecca T., Rebecca H. Bitsko, Lakshmi Radhakrishnan, Pedro Martinez, Rashid Njai, en Kristin M. Holland. 2020. ‘Mental Health-Related Emergency Department Visits Among Children Aged < 18 Years During the COVID-19 Pandemic - United States, January 1 - October 17, 2020’. MMWR. Morbidity and Mortality Weekly Report 69 (45): 1675–80. https://doi.org/10.15585/mmwr.mm6945a3.
Leyva, Francisco, Abbasin Zegard, Osita Okafor, Berthold Stegemann, Peter Ludman, en Tian Qiu. 2021. ‘Cardiac operations and interventions during the COVID-19 pandemic: a nationwide perspective’. EP Europace 23 (6): 928–36. https://doi.org/10.1093/europace/euab013.
Lin, Jia-Liang, Yu-Hao Wu, Yi-Feng Shi, Hao Lin, Majid Nisar, Zaher Meftah, Cong Xu, Jiao-Xiang Chen, en Xiang-Yang Wang. 2019. ‘Survival and prognosis in malignant giant cell tumor of bone: A population-based analysis from 1984 to 2013’. Journal of Bone Oncology 19 (december): 100260. https://doi.org/10.1016/j.jbo.2019.100260.
Liu, Vincent X., Yun Lu, Kyle A. Carey, Emily R. Gilbert, Majid Afshar, Mary Akel, Nirav S. Shah, e.a. 2020. ‘Comparison of Early Warning Scoring Systems for Hospitalized Patients With and Without Infection at Risk for In-Hospital Mortality and Transfer to the Intensive Care Unit’. JAMA Network Open 3 (5): e205191. https://doi.org/10.1001/jamanetworkopen.2020.5191.
Luo, Fengming, Kaid Darwiche, Suveer Singh, Alfonso Torrego, Daniel P. Steinfort, Stefano Gasparini, Dan Liu, e.a. 2020. ‘Performing Bronchoscopy in Times of the COVID-19 Pandemic: Practice Statement from an International Expert Panel’. Respiration 99 (5): 417–22. https://doi.org/10.1159/000507898.
Maeda, Yuto, Masaki Nakamura, Hideki Ninomiya, Kohei Ogawa, Haruhiko Sago, en Atsushi Miyawaki. 2020. ‘Trends in intensive neonatal care during the COVID-19 outbreak in Japan’. Archives of Disease in Childhood - Fetal and Neonatal Edition 106 (3): 327–29. https://doi.org/10.1136/archdischild-2020-320521.
Marfori, Cherie Q., Jordan S. Klebanoff, Catherine Z. Wu, Whitney A. Barnes, Charelle M. Carter-Brooks, en Richard L. Amdur. 2021. ‘Reliability and Validity of 2 Surgical Prioritization Systems for Reinstating Nonemergent Benign Gynecologic Surgery during the COVID-19 Pandemic’. Journal of Minimally Invasive Gynecology 28 (4): 838–49. https://doi.org/10.1016/j.jmig.2020.07.024.
Mazidimoradi, Afrooz, Azita Tiznobaik, en Hamid Salehiniya. 2021. ‘Impact of the COVID-19 Pandemic on Colorectal Cancer Screening: a Systematic Review’. Journal of Gastrointestinal Cancer, augustus. https://doi.org/10.1007/s12029-021-00679-x.
Meeus, Pascal, Virginie Dalcq, Delphine Beauport, Michaël Vande Velde, Lucien Hoekx, Kathleen Sierens, en Benjamin Swine. 2021a. ‘Cataract operatie - Variaties in medische praktijken - Analyse van de verdeling en de evolutie van de medische praktijk in aantallen en volumes per verzekerde in België (analyses en trends per gewest, provincie en arrondissement) voor het jaar 2019’. RIZIV – Dienst voor Geneeskundige Verzorging – Directie Onderzoek, Ontwikkeling en Kwaliteitspromotie, Cel Doelmatige Zorg. 2021. https://www.gezondbelgie.be/nl/medische-praktijkvariaties/zintuigen/ogen/cataract-nl.
———. 2021b. ‘Gynaecologie en verloskunde - Hysteroscopie (Vrouwen) - Variaties in medische praktijken - Analyse van de verdeling en de evolutie van de medische praktijk in aantallen en volumes per verzekerde in België (analyses en trends per gewest, provincie en arrondissement) voor het jaar 2019’. RIZIV – Dienst voor Geneeskundige Verzorging – Directie Onderzoek, Ontwikkeling en Kwaliteitspromotie, Cel Doelmatige Zorg. 2021. https://www.gezondbelgie.be/nl/medische-praktijkvariaties/vrouwen-en-zwangerschap/genitaal-stelsel/hysteroscopie-nl.
———. 2021c. ‘Heelkunde - Spataders (Aangepast) - Variaties in medische praktijken - Analyse van de verdeling en de evolutie van de medische praktijk in aantallen en volumes per verzekerde in België (analyses en trends per gewest, provincie en arrondissement) voor het jaar 2019’. RIZIV – Dienst voor Geneeskundige Verzorging – Directie Onderzoek, Ontwikkeling en Kwaliteitspromotie, Cel Doelmatige Zorg. 2021. https://www.gezondbelgie.be/nl/medische-praktijkvariaties/hartvaatstelsel/perifere-vaten/spataders.
———. 2021d. ‘Meniscectomie (15 jaar en ouder) - Variaties in medische praktijken - Analyse van de verdeling en de evolutie van de medische praktijk in aantallen en volumes per verzekerde in België (analyses en trends per gewest, provincie en arrondissement) voor het jaar 2019’. RIZIV – Dienst voor Geneeskundige Verzorging – Directie Onderzoek, Ontwikkeling en Kwaliteitspromotie, Cel Doelmatige Zorg. 2021. https://www.gezondbelgie.be/nl/medische-praktijkvariaties/musculoskeletaal-stelsel/onderste-ledematen/meniscectomie-15-jaar.
Meneghini, R. Michael. 2021. ‘Techniques and Strategies to Optimize Efficiencies in the Office and Operating Room: Getting Through the Patient Backlog and Preserving Hospital Resources’. The Journal of Arthroplasty 36 (7): S49–51. https://doi.org/10.1016/j.arth.2021.03.010.
Moreno, Courtney C., Judy Yee, Firas S. Ahmed, Matthew A. Barish, Cecelia Brewington, Abraham H. Dachman, Marc J. Gollub, e.a. 2020. CT colonography’s role in the COVID-19 pandemic: a safe(r), socially distanced total colon examination’. Abdominal Radiology 46 (2): 486–90. https://doi.org/10.1007/s00261-020-02674-5.
Mukherji, Reetu, en John L. Marshall. 2021. ‘Lessons Learned in Managing Patients with Colorectal Cancer During the COVID-19 Pandemic’. Current Treatment Options in Oncology 22 (10). https://doi.org/10.1007/s11864-021-00888-3.
Rothberg, Michael B., Ivo Abraham, Peter K. Lindenauer, en David N. Rose. 2005. ‘Improving Nurse-to-Patient Staffing Ratios as a Cost-Effective Safety Intervention’. Medical Care 43 (8): 785–91. https://doi.org/10.1097/01.mlr.0000170408.35854.fa.
Saville, Christina E., Peter Griffiths, Jane E. Ball, en Thomas Monks. 2019. ‘How many nurses do we need? A review and discussion of operational research techniques applied to nurse staffing’. International Journal of Nursing Studies 97 (september): 7–13. https://doi.org/10.1016/j.ijnurstu.2019.04.015.
Schareck, Theresa. 2018. ‘Regional Differences between Hysterectomy Rates – A Quantitative Analysis of Routine Hospital Data in Germany, Austria and Switzerland’. Mathesis, Hamburg University of Applied Sciences - Faculty of Life Sciences. https://reposit.haw-hamburg.de/bitstream/20.500.12738/9097/1/Schareck_geschwaerzt.pdf.
Siemieniuk, Reed A C, Ian A Harris, Thomas Agoritsas, Rudolf W Poolman, Romina Brignardello-Petersen, Stijn Van de Velde, Rachelle Buchbinder, e.a. 2018. ‘Arthroscopic surgery for degenerative knee arthritis and meniscal tears: a clinical practice guideline’. British Journal of Sports Medicine 52 (5): 313–13. https://doi.org/10.1136/bjsports-2017-j1982rep.
Simpson, Scott A., Ryan M. Loh, Maximilliam Cabrera, Megan Cahn, Anne Gross, Allison Hadley, en Ryan E. Lawrence. 2021. ‘The Impact of the COVID-19 Pandemic on Psychiatric Emergency Service Volume and Hospital Admissions’. Journal of the Academy of Consultation-Liaison Psychiatry, mei. https://doi.org/10.1016/j.jaclp.2021.05.005.
Sparks, Amy, Deborah Boyer, Alison Gambrel, Michelle Lovett, Jacquelyn Johnson, Terry Richards, Jennifer Johnson, e.a. 2004. ‘The Clinical Benefits of the Bladder Scanner. A Research Synthesis’. Journal of Nursing Care Quality 19 (3): 188–92.
Stabilini, C., B. East, R. Fortelny, J.-F. Gillion, R. Lorenz, A. Montgomery, S. Morales-Conde, e.a. 2020. ‘European Hernia Society (EHS) guidance for the management of adult patients with a hernia during the COVID-19 pandemic’. Hernia 24 (5): 977–83. https://doi.org/10.1007/s10029-020-02212-8.
Swartenbroekx, Nathalie, Caroline Obyn, Paul Guillaume, Murielle Lona, en Irina Cleemput. 2012. ‘Manual for cost-based pricing of hospital interventions’. KCE Reports 178. Brussels: Belgian Health Care Knowledge Centre (KCE). https://kce.fgov.be/report/178.
Sykes, Catherine, Helen Parker, Warren Jackson, en Rami Sweis. 2020. ‘Triage guidance for upper gastrointestinal physiology investigations during restoration of services during the COVID-19 pandemic’. Frontline Gastroenterology 12 (3): 246–48. https://doi.org/10.1136/flgastro-2020-101632.
Tang, Jane H-C., en Pamela Hudson. 2019. ‘Evidence-Based Practice Guideline: Nurse Retention for Nurse Managers’. Onder redactie van Marianne Smith en Ryleigh Maas. Journal of Gerontological Nursing 45 (11): 11–19. https://doi.org/10.3928/00989134-20191011-03.
Teja, Salina, Colin Mann, Phil Hooper, Yvonne Buys, en Vivian T. Yin. 2021. ‘The Canadian Ophthalmology Society’s adaptation of the Medically Necessary Time-sensitive Surgical Procedures triage and prioritization tool’. Canadian Journal of Surgery 64 (1): E48–50. https://doi.org/10.1503/cjs.012120.
Tian, Yao, Yang Yao, Jing Zhou, Xin Diao, Hui Chen, Kaixia Cai, Xuan Ma, en Shengyu Wang. 2022. ‘Dynamic APACHE II Score to Predict the Outcome of Intensive Care Unit Patients’. Frontiers in Medicine 8 (januari). https://doi.org/10.3389/fmed.2021.744907.
Van Wambeke, Peter, Anja Desomer, Luc Ailliet, Anne Berquin, Christophe Demoulin, Bart Depreitere, Johan Dewachter, e.a. 2017. ‘Low back pain and radicular pain: evaluation and management’. KCE Reports 287. Brussels: Belgian Health Care Knowledge Centre (KCE). https://kce.fgov.be/en/press-release/kce-press-release-kce-reports-287-low-back-pain-and-radicular-pain-evaluation-and-mana.
Venekamp, Roderick P, Paul Mick, Anne GM Schilder, en Desmond A Nunez. 2018. ‘Grommets (ventilation tubes) for recurrent acute otitis media in children’. Cochrane Database of Systematic Reviews 2019 (6). https://doi.org/10.1002/14651858.cd012017.pub2.
Vlaams Patiëntenforum. 2016. ‘Gezondheid en wetenschap – een website met evidence-based gezondheidsinformatie’. 2016. http://vlaamspatientenplatform.be/nieuwsbrieven/item/gezondheid-en-wetenschap-een-website-met-evidence-based-gezondheidsinformatie.
Walker, Emily, Yunting Fu, Daniel C. Sadowski, Douglas Stewart, Patricia Tang, Bethany Kaposhi, Heather Chappell, Paula Robson, en Sander Veldhuyzen van Zanten. 2021. ‘Delayed Colorectal Cancer Diagnosis during the COVID-19 Pandemic in Alberta: A Framework for Analyzing Barriers to Diagnosis and Generating Evidence to Support Health System Changes Aimed at Reducing Time to Diagnosis’. International Journal of Environmental Research and Public Health 18 (17): 9098. https://doi.org/10.3390/ijerph18179098.

  1. Het betreft steeds geavanceerde ramingen op basis van een deel van de facturatiedata van de ziekenhuizen die we ontvangen via een versnelde dataflux vanuit het IMA. Voor gedetailleerde info over methodiek en bronnen verwijzen we U naar de rapporten 1 en 2. Pro memorie officieel worden de facturatiedata pas afgesloten 2 jaar na prestatie en worden ze nog aanvullend nagekeken op volledigheid en fouten. ↩︎

  2. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/03/03/monitor-toegankelijkheid-van-zorg-3-maart-2022↩︎

  3. https://www.facs.org/covid-19/clinical-guidance/elective-case/vascular-surgery↩︎

  4. https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/veneuze_pathologie_varices/varices-stamvarices/varices-behandeling_van_insufficiente_vsm.html; https://www.nice.org.uk/guidance/cg168/evidence/varicose-veins-in-the-legs-full-guideline-pdf-191485261↩︎

  5. https://www.gezondbelgie.be/nl/medische-praktijkvariaties/vrouwen-en-zwangerschap/genitaal-stelsel/hysterectomie-nl↩︎

  6. https://www.gezondbelgie.be/nl/medische-praktijkvariaties/ademhalingsstelsel/lagere-luchtwegen/bronchoscopie-nl↩︎

  7. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/03/03/monitor-toegankelijkheid-van-zorg-3-maart-2022↩︎

  8. Als verstrekkingen maar ten dele voor oncologische redenen worden gedaan, volgens onze info, dan staat er een asterisk in het label naast de aantallen. We hebben ze toch meegenomen om ze ter beschikking te kunnen stellen van de specialisten ter zake↩︎

  9. Kwaliteitsindicatoren voor oncologie: invasieve borstkanker↩︎

  10. Van 01/2019-tot 02/2022 zijn er 7 bijkomende erkenningen toegekend↩︎

  11. De cijfers van februari zijn onder voorbehoud omdat ze nog zeer onvolledig zijn↩︎

  12. Inlooptijd = achterstand / capaciteitsuitbreiding. Bijvoorbeeld: Een achterstand van 15% kan worden weggewerkt indien men gedurende 1 jaar een capaciteitsverhoging van 15% doorvoert, of gedurende 6 maanden een capaciteitsverhoging van 30% doorvoert.↩︎

  13. https://www.cdc.gov/coronavirus/2019-ncov/long-term-effects/index.html↩︎

  14. zie https://www.healthybelgium.be/en/medical-practice-variations↩︎

  15. Mogelijks deels te verklaren door sterk verlaat RSV seizoen (Jenco 2021). Er zijn wel geen Belgische data gevonden die dit staven.↩︎

  16. Op basis van de voorlopige facturatiegegevens kunnen de curves voor de diensten 190 en 270 niet gereconstrueerd worden. De sterke daling in opnames die kan worden geobserveerd op basis van de 721 bis data bij aanvang van de COVID-crisis is daarom twijfelachtig. De facturatiegegevens suggereren eerder een verderzetting van de activiteiten (zowel in termen van het aantal prestaties als de terugbetaalde bedragen) op deze twee diensten.↩︎

  17. Het gemiddeld aantal gesloten ICU bedden bedroeg 10,6% in golf 7; zie luik 1 van het COVID-19 rapport↩︎

  18. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/03/03/monitor-toegankelijkheid-van-zorg-3-maart-2022↩︎

  19. In Nederland is dit opgenomen in de monitor toegankelijkheid van zorg : https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/03/03/monitor-toegankelijkheid-van-zorg-3-maart-2022↩︎

  20. Een ‘blaasscannertje’ is een klein, erg eenvoudig en goedkoop echotoestel bedoeld voor verpleegkundig gebruik dat meet of en hoeveel vocht er in de blaas zit: https://www.rn.com/rn-news/bladder-scans-preventing-unnecessary-procedures/↩︎

  21. https://www.choosingwisely.org/↩︎